Eerst negeren ze je. Dan lachen ze je uit. Dan vechten ze tegen je. En dan win jij. Het is een van Gandhi’s beroemdste uitspraken die hij nooit heeft uitgesproken. Het gevoel is mij maar al te bekend. Het gevoel dat je onrecht is aangedaan. Dat je niet wordt gezien terwijl je zoveel geven wil. Dat anderen worden voorgetrokken, terwijl ze zoveel minder te bieden hebben.
Mijn shiny white face
Ik ben zeker niet de enige die het voelt. Vier jaar geleden, vlak na de dood van George Floyd, bevonden Black Lives Matter en White Privilege zich op een koortsig hoogtepunt. Een vriendin vertelde mij toen hoe vaak ze sollicitaties misliep of anderszins werd dwarsgezeten, enkel en alleen omdat ze zwart was. Ik weet niet of het zo bedoeld was, maar het klonk als een regelrecht verwijt aan mijn shiny white face.
Kiezers van populisten
En dat terwijl ook deze witte/blanke man een leven vol afwijzing achter zich heeft. Eerlijk gezegd herkende ik dus meer in het verhaal van mijn vriendin dan dat ik er me door aangevallen voelde. Wat ik eveneens dacht te herkennen: de wrok, het idee dat je een appeltje te schillen hebt met degenen die je iets hebben ‘aangedaan’. Ik zie het veel om me heen, in deze tijd en wereld. In kiezers bijvoorbeeld van populisten die beloven om de elites aan te pakken die zich zo weinig gelegen laten liggen aan de laagst opgeleiden en slechtst betaalden onder hen. Of de immigranten buiten te zetten die hun vertrouwde wereld onherkenbaar hebben gemaakt.
Vechten met één arm op de rug
Ik denk ook aan Palestina-activisten die het gevoel hebben dat dit land de mensen in Gaza in de steek laat. Aan Joden die menen dat de wereld hen dwingt met één arm op de rug te vechten tegen de terroristen die hen van alle kanten bestoken. Of aan boeren die het idee krijgen dat zij als enigen stikstof dienen terug te dringen terwijl zoveel andere verantwoordelijken een vergelijkbaar offer lijken te ontlopen Je zou er wraakzuchtig van worden…
Bitterheid en zuurte voorkomen
Ik spreek hier niet uit de hoogte, als een mens die zelf vrij is van wrok en wraakzucht. Dolgraag zou ik degenen die me negeren of uitlachen, bevechten en overwinnen. Dag na dag is de uitdaging om bitterheid en zuurte te voorkomen. De ene dag lukt het me beter dan de andere. De kunst is je wrok te koesteren. Niet door hem zijn destructieve werk te laten doen. Maar door onder ogen te zien dat hij er is, en hem om te zetten in strijdlust, schepping en desnoods een wraak die ijskoud wordt opgediend. Je niet bezig houden met wat de wereld voor je heeft gedaan, of wat ze je heeft aangedaan. Maar met wat jij kan doen voor de wereld. Dat is de enige manier waarop je werkelijk wint.