Laat ik het maar meteen zeggen: AI is the fucking Antichrist. Zelden eerder vond de mens iets uit wat zo schadelijk is voor de mens. En niet alleen voor ons, maar ook voor de rest van de natuur.

Een jaar geleden maakte Google bekend dat zijn CO2-uitstoot vergeleken met vijf jaar daarvoor met bijna 50% is toegenomen. Oorzaak: datacenters voor kunstmatige intelligentie. Denk daar even aan voordat je de volgende keer het AI-overzichtje aanklikt dat tegenwoordig als eerste verschijnt bij je Google-zoekopdracht.

Eind mei bleek uit nieuw onderzoek dat AI vorig jaar verantwoordelijk was voor 11 tot 20% van het wereldwijde stroomverbruik bij datacenters. Netbeheer Nederland verwacht een stijging van 40 tot 70% in 2050 ten opzichte van het huidige energieverbruik. Dank je, ChatGPT, Grok en Copilot.

Met ruim acht miljard mensen op aarde, en op koers naar de tien miljard, zal AI zowel energieschaarste als oververhitting aanjagen. We kunnen het ook omkeren en positief formuleren: wanneer we ons bevrijden van AI, wordt het een stuk makkelijker om klimaatverandering op te vangen en iedereen van voldoende energie te voorzien.

En nee: daarmee verliezen we geen levensreddend staaltje technologie. We krijgen er menselijk contact en menselijke creativiteit voor terug, in plaats van robots die checken of wij geen robots zijn. We vinden meer tijd om in de natuur te zijn, in plaats van eindeloos naar een schermpje te turen. En we veroveren de macht over ons eigen leven, waar we deze nu dreigen af te staan aan harteloze machines of aan mensen met een machinehart.

Laat je niet wijsmaken dat AI een noodlot, natuurverschijnsel of de enig mogelijke weg vooruit is. Het is eerst en vooral de droom van techneuten die denken dat slechts wat geteld en benoemd kan worden van waarde is; en het is het verdienmodel van ondernemers die vergeten zijn wat het is om mens te zijn: een geschenk dat je te danken hebt aan heel veel andere mensen en aan moeder natuur. Nu is het nog niet te laat om AI te stoppen. Straks kan dat heel anders zijn.

Het is zo simpel. Negeer de AI-tools die je worden aangeboden als je online bent. Vertel je werkgever, opdrachtgever of tech-gigant dat je geen kunstmatige intelligentie nodig hebt. Stem bij de Kamerverkiezingen straks op een partij die AI onder democratische controle wil brengen. En, dat vooral: verlaat het scherm dat je nu aanstaart, om iets menselijks te doen. Spelen met je kind of kleinkind. Sporten of mediteren. Schreeuwen, vrijen of lachen. Wees, en blijf een mens.

 

En weer komen er verkiezingen. Laten we eens gek doen en ons inbeelden dat ze werkelijk wat veranderen. Dat over een half jaar bij de koning op het bordes een kabinet staat waar de visie, de ambitie en de positiviteit vanaf spatten. Een kabinet dat niet onnodig polariseert en hele volksmassa’s van zich vervreemdt, maar miljoenen mensen inspireert om zelf in beweging te komen en dit land even revolutionair als vreedzaam te veranderen.

Eén probleem. De partij die dit kan bewerkstelligen bestaat nog niet. In plaats daarvan zie ik politici die angst aanwakkeren tot hysterie, en handelen in haat. En ik hoor hoe weer andere politici daarop antwoorden met eerst en vooral morele zelfgenoegzaamheid en nogal wat neerbuigendheid naar ‘de andere kant’. Ik mis een radicaal midden, ver weg van de extremen op links en rechts. Een partij die doet wat christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen deden als ze op hun best waren: Nederlanders – wier afkomst, inkomen en opleiding sterk uiteenliepen – bij elkaar brengen op basis van normen, waarden en idealen.

Sommige politici mobiliseren bij voorkeur met een gemeenschappelijke vijand, of met een gezamenlijke zondebok. Dat kan de asielzoeker zijn, de moslim, de Marokkaan of de EU. Hij kan ook Wilders heten, Trump of ‘het fascistische gevaar’. Die steeds maar aanvallen, kan goed voelen en levert je likes op van je eigen parochie. Maar helpt het jou en ons echt verder, dat eindeloze demoniseren en polariseren?

 

I Have a Nightmare

Stel je voor dat Martin Luther King alleen zou hebben uitgeroepen: ‘I Have a Nightmare’. En dat hij eindeloos zou hebben gehamerd op de slechtheid van zijn tegenstanders. Wat hij daarentegen deed, was zowel zijn aanhangers als die tegenstanders een droom aanreiken. Met op weg daarheen tastbare doelen en daden. Ik droom van een Nederland waar natuur geen linkse hobby is maar ons aller eerste zorg, zodat ook onze kinderen en kleinkinderen welvarend en veilig kunnen leven.

 

De economie van het genoeg

Precies daarom droom ik ook van een kabinet dat durft wat geen enkel eerder kabinet aandurfde. Een economie van het genoeg realiseren, niet ergens ver weg in de toekomst maar morgen of uiterlijk overmorgen al. Dat vereist doortastend beleid om te voorkomen dat natuurvernietiging tot voedsel- of energieschaarste leidt. Het vereist ook dat we alternatieven hebben voor degenen van wie we hierbij opofferingen vragen: of dit nu de bouw of boeren zijn, energieverslindende bedrijven of burgers met een klein budget. Zoals aan ieder ideaal hangt er een prijskaartje aan de economie van het genoeg… Zolang we deze kosten maar eerlijk verdelen en de sterkste schouders dus de zwaarste lasten dragen.

 

Het Wassenaar van de wereld

Er is nóg een issue waar ik meer realisme en redelijkheid zou willen zien. Ik heb het over onze omgang met de rest van de mensheid. Nederland is het Wassenaar van de wereld, een villawijk die onvermijdelijk aantrekkelijk is voor mensen die het minder goed hebben. De beste dienst die je hen bewijzen kunt, is helpen hun eigen landen veiliger en welvarender te maken. Vrede- en veiligheidspolitiek dus, maar ook actie ondernemen zodat de economie van het genoeg een wereldwijde realiteit wordt en mensen zich niet meer gedwongen voelen hun land te verlaten vanwege armoede of natuurrampen.

 

Tot het zover is, zullen de vluchtelingen, arbeidsmigranten en ‘gelukszoekers’ blijven komen. Het is aan degenen die hier al wonen, te bepalen hoe veel mensen we wel – of niet – willen toelaten. We hebben het volste recht om van wie hier komen wonen, te eisen dat ze Nederlands leren en ook anderszins integreren. Of het nu om asielzoekers gaat of om expats. En we hebben als samenleving de morele plicht om gastvrij te zijn voor politieke vluchtelingen, maar ook begrip te tonen voor wie zich zorgen maakt om de gevolgen van massamigratie, zonder mensen weg te zetten als Tokkies, racisten of xenofoben.

 

Laten we eens gek doen

Laten we eens gek doen. Een kabinet kiezen dat het juiste midden vindt tussen ‘rechtse’ bekrompenheid en ‘linkse’ zelfvoldaanheid. Zestien ministers vinden die achttien miljoen kiezers – de kiezers van nu en de kiezers van de toekomst – bezielen met hun beleid. Ziedaar de best denkbare remedie tegen autoritaire volksfluisteraars, tegen het soort heren en wellicht dames die je beloven al je problemen in een oogwenk op te lossen. Bij voorkeur zonder die o zo trage en lastige democratie. De vraag is niet die naar wel of geen democratie. De vraag is of we onze democratie van de broodnodige daadkracht gaan voorzien. Ik ben benieuwd naar de partij die ons hiertoe inspireren kan.

 

 

 

“Er staat een vent op de weg met een geel gezicht en een gele snor. Hij heeft een geel gemoltonneerd mouwvest aan en een pelsmuts op het hoofd, hoewel het allang zomers weer is. Hij draagt een vuile gele broek en bruine laarzen en in zijn handen heeft hij een geweer. Hij grijnst. Ik dacht, waar heb ik hem toch meer gezien? Hij stak zijn hand uit en zei: ‘Tawarisjtsji.’ Iemand schreeuwt, en het is alsof het woord hem uit de keel wordt gescheurd: ‘Tawarisjtsji!’ Het golfde, golfde over de velden. Tawarisjtsji betekent: kameraden.”

 

Het is 23 april 1945, en zo beschrijft Abel Herzberg zijn bevrijding. Twee weken eerder is hij op de trein gezet in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Het lijkt een desperate poging van de Nazi’s om hun gevangenen uit handen te houden van de oprukkende geallieerden. Ofwel, in Herzbergs eigen woorden: “De Duitsers gaven alles prijs behalve hun prooi.”

 

Nazi-newspeak

Vanaf januari 1944 zat de jurist samen met zijn vrouw Thea gevangen in Bergen-Belsen. Het was aanvankelijk –  in Nazi-newspeak – geen vernietigings- maar een ‘uitwisselings’-kamp: de Joden die hier gevangen zaten, konden worden ‘geruild’ tegen Duitsers die elders gevangen zaten. Dan nog waren ook hier de omstandigheden verschrikkelijk, zeker toen het kamp uiteindelijk verder overbevolkt raakte met alsmaar nieuwe gevangenen. Van hen kwamen uiteindelijk zo’n zeventigduizend mensen om. Waaronder Anne Frank, en haar zus Margot.

Abel en ook Thea overleefden het dus. Een jaar na de bevrijding publiceerde hij er een indrukwekkend boek over: Amor Fati. Op zich al een ironische titel, deze ‘liefde voor het lot’, nota bene door Friedrich Nietzsche gemunt in zijn Vrolijke Wetenschap. Nietzsche, de favoriete filosoof van het Nazisme. En de bedenker van nog een begrip, dat in de handen van Hitler een geheel nieuwe betekenis kreeg: de Übermensch.

 

Viktor Frankl

Het is een van de vele overeenkomsten tussen Herzberg en die andere beroemde Untermensch die de Holocaust overleefde: Viktor Frankl. Ook Frankl publiceerde in 1946 een boek over zijn kampervaringen: Ein Psycholog erlebt das Konzentrationslager. Het zou later beroemd worden onder de titel Man’s Search For Meaning. En ook Frankl citeert Nietzsche: “Kennen we het waarom van het leven, dan kunnen we met vrijwel elk hoe overweg.”

Frankl maakt duidelijk dat hij niet in een absoluut geldig en overal geldend ‘waarom’ gelooft. Het is de zin die je zelf aan je leven geeft, ook en juist als dat leven je allesbehalve toelacht. Dat waarom – of misschien beter gezegd: daarom – is wat je op de been houdt. Het kan, zegt Frankl, het terugvinden van je kind zijn. Een boek dat je nog eens wilt afronden. Die omhelzing van je omstandigheden dankzij de liefde die je erin kunt leggen… dat zou je ook weer Amor Fati kunnen noemen.

 

Stoïcijnse levenskunst

Het is precies deze stoïcijnse levenskunst uit de Universiteit van het Lijden en de Dood, die tachtig jaar verder de tand des tijds glorieus heeft doorstaan. In de verhalen van andere slachtoffers en overlevers vinden we deze evenzeer terug. Denk aan Het Achterhuis, Etty Hillesums Verstoorde leven, Primo Levi’s Is dit een mens en Edith Egers De keuze. Stuk voor stuk getuigenissen van de gruwelen die de mens de mens kan aandoen; maar, dat vooral… monumenten van veerkracht en acceptatie. Niet als doffe berusting, maar als vrijheid oog in oog met gegevenheid. Voor mij de reden om er dit jaar weer twee collegereeksen aan te wijden, bij de Volksuniversiteit en bij het HOVO.

 

Terug naar die ene fenomenale overlever: Abel Herzberg. Hoe hem beter te herdenken dan met drie van zijn eigen uitspraken, vandaag helaas niet minder actueel dan toen hij ze deed? In Amor Fati wijdt hij een zin aan zijn grote kwelgeest, kampcommandant Joseph Kramer: “Nu ben ik geen psychiater en ik kan niet verder komen dan de indruk van een leek die, zelfs als hij tegen de grond geslagen wordt, de belangstelling niet verliest voor zijn tegenstander, omdat hij weet dat deze belangstelling de eerste voorwaarde is om te zijner tijd raak en juist terug te slaan.”

 

Cognitieve empathie

In de psychologie wordt onderscheid gemaakt tussen emotionele en cognitieve empathie. De eerste veronderstelt een band doordat je meent te voelen wat de ander voelt; de tweede begrijpt wat de ander voelt zonder met hem mee te leven, laat staan aardig te vinden. Dat laatste lijkt hier van toepassing: Herzberg wil weten wat zijn vijand beweegt. Niet om hem te excuseren, maar om hem des te beter te kunnen hanteren. En desnoods… elimineren.

Een dergelijke secundaire reactie – niet impulsief vanuit je emoties reageren, hoe begrijpelijk dat ook zou zijn – is een van de basisboodschappen van de Stoa. Zeker als je er vervolgens een fatsoenlijke analyse op loslaat en er een beheerste actie op volgt. Je zou het de mensen in Israël en Palestina vandaag de dag van harte gunnen. Niet alleen voor hun eigen bestwil, maar ook voor diegenen die zij nu als hun vijand ervaren.

 

De meeste mensen deugen?

Enkele pagina’s nadat hij zich over commandant Kramer heeft gebogen, stelt Herzberg de vraag: “Is dat allemaal nu uitsluitend Duits?” Zijn antwoord is ontkennend. Hij voegt er nog twee vragen aan toe: “Zijn er niet overal heel wat meer mensen zonder overtuiging en – wat erger is – zonder vatbaarheid voor enige overtuiging dan men aanvankelijk denkt, ook onder de zogenaamd overtuigden? Bestaat er niet heel wat meer lust aan vervolging en leed dan men zich bewust is?”

Het lijkt een vloek in de kerk van ‘De meeste mensen deugen’. Wie zal het zeggen. Wat Herzberg hier volgens mij terecht vaststelt – met dit drieluik van retorische vragen – is dat velen van ons, wellicht wijzelf ook, niet allemaal even bewust bezig zijn ‘het goede’ te doen. Of dat we denken het goede te doen, maar dit niet zodanig doordacht hebben dat het bepaalde andere elementen van het mens-zijn uitvlakt. De voldoening die we soms kunnen voelen als we iets – of iemand – vernietigen. De neiging om zondebokken te vinden en op het altaar te brengen. Om eens te meer met Nietzsche te spreken: “Ach, maar al te menselijk…”

 

Meester van je geest

Er is een derde uitspraak van Abel Herzberg. Ze staat niet in Amor Fati, maar in een interview met Felix Rottenberg (Trouw, 12-01 ’19). Rottenberg, over zijn grote voorbeeld: “Tegen andere oud-kampslachtoffers zei hij: ‘Je moet van die woede af, anders hebben ze je twee maal te grazen. Eerst in het kamp, daarna als meester van je geest.’ Dat je op die manier naar je vijand kijkt, getuigt van grote wijsheid. Wat niet wil zeggen dat mensen die het niet voor elkaar krijgen dom zijn, want ze zijn chronisch ziek gemaakt. Ik heb ervan geleerd dat rancune zinloos is – in het klein hoor.”

Zowel Herzberg als Rottenberg verwoordt het perfect. Hoe begrijpelijk en terecht de woede ook mag zijn… jij hebt er uiteindelijk last van. Juist als die vijand van toen nu buiten je bereik leeft, of wellicht allang gestorven is. Tegelijkertijd is het zaak mild te zijn voor jouw woede en zeker die van anderen, die wellicht niet jouw temperament of juist gebrek daaraan hebben. En vooral wanneer je zelf geen slachtoffer bent, past stilzwijgen tegenover mensen die zoveel ergers hebben meegemaakt. Wat weer niet wil zeggen dat je van hen niets leren kan voor jouw eigen leven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vorige week liet mijn vrouw me een foto zien. Deze foto. Ik moest even goed kijken en ik zag het niet. Toen wees ze me op het lichtgroene mos in het vogelhuisje. Jarenlang had het leeg gestaan en ineens was een winterkoninkje er een nestje in aan het maken. De dag erna liep ik langzaam naar het huisje toe. Net toen ik in de buurt kwam, vloog het weg, het vogelhuisje uit.

Het verwonderde me, en vervulde me van bewondering: dit moment met dat prachtige kleine vogeltje. Er was ook de dankbaarheid dat het in onze tuin kwam nestelen… Juist in dat vogelhuisje dat we ooit aan mijn schoonvader schonken. En dat we terugkregen nadat zowel hij als mijn schoonmoeder bijna vijf jaar terug overleden waren.

Toen kwam de weemoed. Ik dacht weer aan de wereld, en wat daar aan de hand is. Ik dacht aan de mannen die zich meester van deze wereld wanen: Musk, Trump, Poetin. Die mannen die er zo hardhandig en slordig mee omgaan. Met de natuur, met andere mensen, uiteindelijk ook met het kwetsbare kind dat ergens in henzelf – heel diep weggestoken – nog moet schuilen.

En ik dacht aan wat Tennessee Williams ooit schreef in de aanwijzingen voor zijn toneelstuk The Glass Menagerie: “When you look at a piece of delicately spun glass you think of two things: how beautiful it is and how easily it can be broken.” Het geldt voor een glas niet minder dan voor een vogeltje, voor een mens niet minder dan voor deze hele wereld: zo mooi, zo kwetsbaar, en zo makkelijk kapot te maken.

Ik hoop dat het winterkoninkje bij ons blijft nestelen. Of dat het zich vrij voelt weg te blijven als het zich daar beter bij voelt. En ik hoop dat degenen die zich bewust zijn van alles wat breekbaar is in de wereld om hen heen, het uiteindelijk winnen van degenen die haar eerst en vooral overheersen willen.

 

 

 

 

‘Volgens mij bent u toch meer activist dan filosoof’. Ik weet nog precies dat een bureauredactrice van De wereld draait door dit tegen me zei. Zojuist had ik haar een half uur lang verteld over mijn net verschenen boek Staat van Tederheid. Exit mijn fifteen minutes of fame. Gisteren – exact achttien jaar na de presentatie van dat boek – dacht ik aan wat Epictetus ooit concludeerde toen hij hoorde hoe iemand kwaad van hem sprak: “Blijkbaar was die man niet op de hoogte van al mijn andere slechte eigenschappen, want dan zou hij zich niet beperkt hebben tot wat hij gezegd heeft.”

 

Vlees eten en vegan leven

‘Activist’ zijn: dat is blijkbaar niet de bedoeling als filosoof. Gisteren kreeg ik het weer eens te horen. Een cursiste sprak me aan nadat ze had gelezen wat ik over vlees eten en veganisme schreef in mijn laatste boek De wereld omgekeerd. Voor de duidelijkheid: ik leef vegan, en ik heb daarvoor argumenten die ik ontleen aan de filosofie. Eerlijk gezegd verbaast het me dat niet veel meer filosofen dat doen. Dat vegan leven, én erover filosoferen, bedoel ik.

 

Gevangen in een grot

Over die andere filosofen gesproken… De geschiedenis is vergeven van denkers die niet alleen vertelden hoe mens en wereld in elkaar staken, maar ook hoe ze er idealiter uit zouden zien. Denk aan Plato met zijn oordeel dat het gros van ons gevangen in een grot leeft, en zijn opdracht aan de filosofen om ons er al verlichtend uit te leiden. Denk aan Hannah Arendt en haar oproep om je verstand te gebruiken. Niet alleen om uit te vinden wat waar is en wat niet, maar ook om het goede te doen voorbij ‘de banaliteit van het kwaad’.

 

Geen theoretisch tijdverdrijf

Of denk aan Karl Marx die meer dan de meeste anderen de daad bij het woord voegde. En dus persoonlijk deelnam aan de opstanden van zijn tijd. ‘Het wapen van de kritiek kan geen vervanging zijn voor de kritiek van de wapens,’ zo liet hij optekenen. Nou zit ik niet per se te wachten op wapengeweld. Maar in een wereld die nog altijd uitpuilt van onzin en onrecht, is naar mijn idee filosofie geen theoretisch tijdverdrijf.

 

Ik blijf dus denken en dromen, schrijven en spreken over de wereld zoals ze (nog) niet is maar wel kan worden. En dat ‘activist’ vat ik dan maar op als eretitel en geuzennaam. De wereld draait door draait niet meer. Ik op mijn beurt denk en doe door.

 

 

Vandaag precies drie jaar geleden viel Rusland de Oekraïne binnen. Ik herhaal: Rusland viel de Oekraïne binnen. Niet het Oekraïense leger viel Rusland aan. En het bezette ook al niet zijn eigen grondgebied. Het was een onversneden, ordinair en ouderwets gevalletje landjepik, alsof de klok ineens een eeuw werd teruggezet.

Ik benadruk het maar even omdat vorige week de machtigste man ter wereld – ook wel bekend als de clown in het Witte Huis – beweerde dat het de Oekraïne was die deze oorlog is gestart. Om vervolgens in één adem door te stellen dat het de Oekraïne is die de oorlog moet stoppen… De Oekraïense president Volodymyr Zelensky als dictator te betitelen… En voor de VS Oekraïense ’terugbetalingen’ op te eisen die het land leeg zouden plunderen.

 

The Art of the Deal

Soms vraag je je af wat erger is. Donald Trump’s flagrante ontkenning van elementaire waarheden. Zijn gebrek aan respect voor de internationale rechtsorde. Het idee dat je met mensen en landen om kunt gaan volgens de narcistische logica van The Art of the Deal. Het cynisme en de onverschilligheid van degenen die Trump faciliteren. Of de gewenning waarmee de rest van de wereld hem dreigt te gaan bejegenen.

 

Ik kijk liever naar de komiek in Kiev. Tien jaar terug speelde hij in de tv-satire Dienaar van het volk een geschiedenisleraar die het tot president schopt. In 2019 won hij de echte presidentsverkiezingen. Toen Poetins troepen op 24 februari 2022 zijn land binnenvielen, werd volop gespeculeerd dat Zelensky de benen zou nemen. Naar verluidt stelde Biden een vliegtuig voor hem beschikbaar.

 

De kleine Joodse komiek

In plaats daarvan trok de Oekraïense president een camouflage-uniform aan dat hij in de drie jaar erna nog maar zelden voor een burgerkloffie zou verruilen. 85 jaar geleden maakte een andere komiek de schreeuwerige schrokop van zijn tijd belachelijk in The Great Dictator. In 2025 doet Volodymyr Zelensky – volgens een zekere dictator is de Joodse Oekraïner een ‘neonazi’ – hetzelfde, door boven zichzelf uit te stijgen in een strijd op leven en dood.

Op dit moment lijkt hij te beseffen dat een wapenstilstand het maximaal haalbare is. En ook daarin toont hij zich onvergelijkbaar veel grootser dan zijn tegenvoeters die zich vastklampen aan de muren van het Kremlin en het Witte Huis. Het laatste nieuws: Zelensky is bereid af te treden, als dat vrede en veiligheid betekent voor zijn land. Als er niet zoveel geleden was die voorbije drie jaar, zou je er bijna vrolijk van worden: dit contrast tussen de clown, de dictator, en de maar al te moedige komiek.

 

Stel je voor: je woont in een dorpje aan de dijk. Het is duidelijk dat het water steeds hoger wordt, en de dijk steeds zwakker. Jij, je kinderen en je buren zullen verdrinken als dit zo doorgaat. Tenzij jullie in actie komen, en samen de dijken versterken. Maar helaas beweert een aantal dorpelingen dat er niets aan de hand is. Ze weigeren mee te werken. Het water vormt geen bedreiging, zo zeggen ze. De dijken zullen volstaan. En zo niet, dan vinden we voordat ze doorbreken, wel een andere oplossing. Maar als jij dan echt denkt dat er nu al gevaar dreigt, ga jij toch gewoon zelf die dijk ophogen?

 

Opwarming of oververhitting

Je voelt ‘m al aankomen. Dit beeld komt bij mij naar boven als ik zie hoe velen ontkennen dat er een klimaatcrisis is. Met één significant verschil. Waar bij het dorpje hoogstens werk aan de dijk mogelijk is en het waterpeil zelf niet kan worden beïnvloed, is het bij de opwarming van de aarde misschien nog mogelijk te voorkomen dat deze oververhitting wordt. En kunnen we dus niet alleen de gevolgen van een ramp opvangen, maar de ramp zelf voorkomen. Of in elk geval ervoor zorgen dat de crisis niet zodanig wordt dat ze tot al te grote schaarste gaat leiden aan drinkwater, landbouwgrond en voldoende voedsel.

 

Woedend en wanhopig tegelijk

Het maakt me woedend en wanhopig tegelijk, hoe veel van onze medeburgers doorleven alsof er niks aan de hand is. Een van de meest ontluisterende opmerkingen zag ik onlangs op LinkedIn, in een discussie over vliegschaamte. ‘Anders stoppen jullie toch gewoon met vliegen?’ Ja lul: anders betalen jullie toch gewoon belasting, en wij niet? Anders stoppen jullie voor het rode stoplicht, en rijden wij door? Het gaat hier toch niet alleen om de toekomst van mijn kind? Of moet ik milieubewust leven voor niet alleen mijn eigen dochter maar ook voor jouw kinderen en kleinkinderen terwijl jij vrolijk doorvliegt, vlees blijft eten en ook anderszins lak hebt aan de klimaatcrisis?

 

Pappen en nathouden

Ja, het is ongetwijfeld veel te kort door de bocht. Er zijn ook andere oplossingen dan ‘consuminderen’, zoals nieuwe milieuvriendelijke technologieën. En mensen vertellen dat ze niet deugen, is zelden de beste manier om ze te overtuigen. Zeker niet als je daarbij vooral uitstraalt hoezeer je het met jezelf getroffen hebt, in morele zin. Maar ik word er soms zo moe van om mensen vooral positief en constructief aan te ‘moeten’ spreken, terwijl ze niet alleen mij maar de hele maatschappij voor m’n gevoel een hele dikke middelvinger voorhouden. Het is het pappen en nathouden tot politieke strategie verheven.

 

Een ongenadige spiegel

Soms is de confrontatie op zijn plaats. Zo is mij mijn hele leven bijgebleven hoe ik ooit als jongen van een jaar of elf een ongenadige spiegel kreeg voorgehouden. Ik was met een paar vriendjes flessen over de muur van een kerkhof aan het gooien. Het klonk mooi, hoe ze op de graven uiteenspatten. Tot mijn overbuurjongen, een student, verscheen en zich tot mij richtte: ‘Dat uitgerekend jij als communist zoiets doet…’ Iets in die zin zei hij tegen me, verwijzend naar mijn politieke identiteit van toen. Communist zijn: dat was voor mij een erezaak. Dus voelde ik me diep beschaamd. Hield ik meteen op met flessen gooien. En heb ik nooit meer zoiets gedaan.

 

Anders en beter doen

Schaamte, spijt, schuldgevoel. Het zijn geen fijne emoties om te voelen. Maar soms zijn ze wel degelijk de sleutel tot anders en beter doen. Al moet ik er één ding bij zeggen dat ik ook niet zelf heb bedacht. Een cursiste voegde dit er laatst aan toe, toen ik het bovenstaande verhaal vertelde. ‘Je werd door die jongen niet alleen beschaamd. Hij sprak je aan op je betere ik.’ Punt is dat niemand van ons individueel dit klusje gaat klaren. Klimaatactie komt er alleen wanneer we met vele mensen samen in beweging komen. Dus ben ik niet op zoek naar ons betere ik, maar naar ons betere ‘WIJ’.

 

 

 

Heeft de filosoof een essentieel beroep? Ik zou het niet durven beweren. Dokters en verpleegkundigen, politieagenten en militairen, vuilnismannen en de mensen die onze riolering op peil houden… Stuk voor stuk lijken ze me van vitaal belang wanneer het er echt om spant. Wijsgeren kunnen we prima missen als de vijand voor de deur staat of er een nieuw virus toeslaat.

 

Zolang het nog niet zover is, zijn er heel wat vakmensen die eerder dan filosofen het schaarse antwoord bieden op een uiterst overvloedige vraag. De schilder, de loodgieter, de aannemer… Zij kunnen het zich veroorloven niet te reageren op onze smeekbedes, en als het hen uitkomt even slordig te zijn in hun communicatie als in het werk dat ze leveren. Jij hebt hen immers meer nodig dan zij jou, zo simpel is het.

 

Filosofie als luxe of noodzaak

Die luxe heeft deze filosoof dus niet. Als conculega van duizenden andere filosofen beweegt hij zich op een markt waar niemand hem keihard nodig heeft en hij met zijn offertes beter niet te hoog van de toren blaast. Maar over luxe gesproken… In mijn ogen is de filosofie geen luxe, ook al is ze evenmin bittere noodzaak. Gelukkiger en socialer helpen te leven… Voor minder doet mijn filosofie het in de regel niet, en dat is toch wat waard.

 

Stoïcijnser omgaan met je puber

Dus bied ik bij dezen mijn diensten aan, nu de jaaropleiding van The School of Life binnenkort stopt en ik ruimte voor nieuwe klussen krijg. Ik kan je leren stoïcijnser om te gaan met je puber, je collega’s of je leerlingen. Ik kan je laten zien wat je aan Plato, Epicurus of Nietzsche kunt hebben om deze wereld beter te begrijpen en haar misschien zelfs te verbeteren. Ik kan je mee naar Frankrijk nemen om van Franse filosofen te leren over voetbal en muziek; liefde, vriendschap en verdriet.

 

Voor wie er open voor staat…

Ik kan je Socrates-op-sneakers zijn of Kant-met-oog-voor-de-krant. Ik bied cursussen in kleine of grotere groepen aan. Maar ook 1-op-1 filosofische counseling om jou bij te staan met je dilemma’s of terug te gaan naar waar je het ook weer allemaal voor deed. Ik zal niet zeggen dat ik essentieel, vitaal of cruciaal ben. Maar voor wie er open voor staat, wil ik zijn. En je leven leuker en rijker helpen maken. Daar doe ik het voor.

 

Check mijn site: www.remkovanbroekhoven.nl

 

Foto: David Jagersma

Ik heb het al eens eerder verteld. Mijn moeder is net als ik filosoof. Mijn moeder heeft bovendien Alzheimer, en zit in een verzorgingshuis. Zaterdag zocht ik haar op. Voor haar op tafel lag de krant van die dag. Het is niet zozeer dat ze nog werkelijk lezen kan, laat staan dat ze onthoudt wat ze leest. Maar ze vindt het fijn om een krant bij zich te hebben. Ernaar te kijken. En erover te praten.

 

De schietpartij bij het Erasmus MC

Dus dat deden we, zaterdag. Ik las haar voor uit een interview met een getuige van de schietpartij bij het Erasmus MC op 28 september 2023. Deze week staat Fouad L. terecht voor het doodschieten van zijn docent Jurgen Damen. Eerder die dag had hij zijn buurvrouw Marlous en haar 14-jarige dochter Romy vermoord. Student-assistent Jasper was erbij toen Fouad Damen doodde. In het interview zegt hij: “Natuurlijk had ik dit niet kunnen voorkomen. Maar je gevoel zegt iets heel anders.”

 

Het is precies die verscheurende spanning tussen verstand en gevoel, tussen hoofd en hart, waar mijn moeder en ik allebei al ons hele leven door geboeid zijn. “Het is ook de gedachte die ’s nachts, als hij in bed ligt, nog vaak door zijn hoofd schiet: had hij Jurgen kunnen helpen? Waarom is hij weggerend uit het lokaal? Had hij niet iets kunnen doen om de schietpartij te voorkomen? De schutter tegen de grond moeten gooien en vechten?” Jasper antwoordt zonder dat hij ervoor gestudeerd heeft, zo pijnlijk treffend als alleen de ervaringsdeskundige het kan. “Daar heb ik het heel moeilijk mee. Er zijn wel duizend scenario’s door mijn hoofd gegaan over wat ik had kunnen doen. Móéten doen.” En dan volgen die twee zinnetjes, in een uiterst ongemakkelijke spagaat: “Natuurlijk had ik dit niet kunnen voorkomen. Maar je gevoel zegt iets heel anders.”

 

‘Hij kon niet anders’

En daar hadden mijn moeder en ik het dus over, afgelopen zaterdag. Zij zei: “Hij kon niet anders. Als hij anders had gekund, had hij dat wel gedaan.” Miriam gelooft dat de vrije wil een illusie is, misschien moet ik dat erbij vertellen. Zij meent dat ons gedrag het gevolg is van oorzaken die we zelf niet gekozen hebben, ook niet kunnen kiezen. Wat je doet, is waartoe je bent gebracht. Er is dan ook geen enkele reden voor schuldgevoel, spijt of schaamte.

 

Hier verschil ik met mijn moeder van mening. We mogen dan wel beïnvloed worden door factoren buiten onze wil om: vervolgens maken we nog steeds de keuze hoe daarmee om te gaan. Jasper had dus wel degelijk iets anders gekund. Feit is echter dat hij het niet heeft gedaan. Ongetwijfeld met hele goede redenen: omdat het niet had uitgemaakt, omdat hij in paniek was, omdat hij voor zijn eigen leven vreesde. Wie zijn wij om hem te veroordelen?

 

Maar ik koos ervoor om dit allemaal niet tegen mijn moeder te zeggen. Of misschien kon ik wel niet anders dan het in te slikken. In deze fase van haar leven bevestig ik Miriam liever dan haar tegen te spreken en onzeker te maken. En misschien zou mijn betoog sowieso niet in haar hoofd belanden, met alle ruis die daar op dit moment heerst. Ik weet niet wie er gelijk heeft, en eerlijk gezegd boeit het me ook niet.

 

Wat ik wel voel, is een enorme sympathie voor slachtoffers en – dat vooral – overlevers. Dus hoop ik vooral dat Jasper zich weet te bevrijden van zijn schuldgevoel, van dat knagende en kwellende idee dat hij iets anders had ‘moeten’ doen. Als ik iets van mijn moeder-de-filosoof heb geleerd is het dit: dat het denken in ‘moeten’ je vooral verhindert om te doen wat je wil én kan. Jasper heeft keuzes gemaakt waarmee hij te leven heeft, of hij dat nu leuk vindt of niet. En hoe meer liefde en positiviteit hij daarbij in huis heeft of van anderen krijgt, hoe beter.

 

Slachtoffer en/of overlever

Hij zou zich kunnen laten inspireren door een ander slachtoffer-overlever: Edith Eger. De vrouw die Auschwitz overleefde en daarover op haar 90e ‘De Keuze’ publiceerde. Een leven lang worstelde zij met schuldgevoel omdat zij haar moeder niet had kunnen redden van de gaskamer. Totdat ze op een dag besloot dat ze zichzelf niet langer zou kwellen met de ‘Waarom (heb ik dit wel/niet gedaan)?’-vraag. En voortaan de volgende vraag centraal zou staan: wat nu?

 

En laat Jasper daarop nu al een uitstekend antwoord geven. Vandaag las ik wat hij gisteren tijdens zijn slachtofferverklaring zei tegen Fouad L. De dader die evenals zijn slachtoffers anders had gekund, maar niet iets anders heeft gedaan. En die dus zowel vrij was, als verantwoordelijk is voor de moorden die hij uit woede pleegde omdat hij zijn artsendiploma niet zou krijgen.

 

“Ik wil dat je één ding goed onthoudt, voor altijd,” zei Jasper gisteren. “Ik ga wel arts worden. Een goede arts, net als Jurgen. Een titel die jij nooit zal dragen. Bovenal zal ik een goed mens zijn, net als Jurgen. Iets wat jij zeker nooit gaat zijn.” Amen.

 

 

 

Soms voorspelt een spotprent de toekomst. In 2016 tekende Volkskrant-cartoonist Jos Collignon Donald Trump als typische Duckstad-boef. Oog in oog met Mickey Mouse legt hij de eed af, terwijl achter hem Dagobert Duck het uitproest en Goofy met een Amerikaans vlaggetje zwaait. Op zijn kop heeft hij een petje: ‘Make America Great Again’.

 

Dagobert Musk

Collignon’s cartoon was toen al spot-on. Maar had de tekenaar ooit kunnen vermoeden dat hij precies acht jaar later nog raker zou zijn? Vandaag wordt de 45e president van de Verenigde Staten ook officieel de 47e president. Waarschijnlijk vlak achter hem staat Dagobert – pardon: Elon – Musk. De rijkste man ter wereld, en eigenaar van het (niet altijd) sociale medium X.

 

De Zware Jongen

Er is al veel gezegd over waarom dit niet normaal is en het niet normaal zou moeten worden. Zoveel vermenging van belangen. Zo weinig beheersing van temperamenten en impulsen. Feit is dat de andere partij heel veel mensen geen fatsoenlijk alternatief te bieden had. En dat ze bij gebrek daaraan, uitblonk in overmatige correctheid, te creatief omgaan met de werkelijkheid, en tot vervelens aan toe herhalen hoe duivels De Zware Jongen – herstel: Trump – zou zijn.

 

De grootste Amerikaan

Het is toeval dat juist vandaag Amerikanen hun nationale feestdag vieren voor de man die misschien wel de grootste Amerikaan ooit was: Martin Luther King, Jr. Maar, zoals misschien wel de grootste Nederlandse voetballer ooit zei: ‘Toeval is logisch’. Dus is het ook niet meer dan logisch om ons te laten inspireren door de politicus zonder partij die King was; en waar ook ter wereld te werken aan alternatieven die vrijheid en gelijkheid, veiligheid en geborgenheid bieden, juist aan degenen van ons die deze het meest missen.

 

Anderen dan De Oranje Man

Vanaf vandaag regeren Donald Trump en Elon Musk. Tot ze ooit onvermijdelijk op elkaar botsen, waarschijnlijk frontaal. En dan regeert Trump verder. Wie weet, komen ze met beleid dat werkt. Dat zou fantastisch zijn. In de tussentijd is het aan anderen –  buiten de traditionele partijen op links en rechts – om met oplossingen te komen die noch elites, noch populisten in huis hebben. Ook in Nederland is dat de uitdaging, met onze eigen poldervarianten op De Oranje Man. Het worden interessante tijden in Duckstad. Wellicht moeten we onze hoop stellen op Donald en Katrien, de Drie Neefjes, en natuurlijk Guus Geluk. Of, misschien beter nog, vertrouwen op geen ander antwoord dan dat van onszelf.