Tag Archief van: seks

‘Everything in the world is about sex. Except sex. Sex is about power.’ Zo schijnt Oscar Wilde ooit te hebben gezegd. Waar, en ook weer niet. Zeker sinds #MeToo hoor je vaak dat als mannen vrouwen of andere mannen misbruiken, dit eigenlijk alleen over macht gaat, en dus niet over seks. Dé oplossing: gelijke machtsverhoudingen. Te simpel. Er bestaat ook zoiets als tweehonderdduizend jaar evolutiebiologie. Soms is seks gewoon seks. Voor de meeste vrouwen een risico: omdat ze er ongewenst zwanger van kunnen raken, of omdat ze juist zwanger willen worden maar er dan niet alleen voor willen staan. Voor de meeste mannen een eeuwenoude prikkel om zich voort te planten, zonder dat ze daar overigens graag aan denken op het moment suprême. Voor beiden een potentieel plezier, maar ook een mogelijke verslaving waarbij je jezelf en anderen kwetst: lust als last.

 

Digitale porno en lossere moraal

Onlangs verscheen een vlammend pamflet van de Britse schrijfster en activiste Louise Perry: ‘The Case Against the Sexual Revolution’. Moraal van haar verhaal… pil en abortus, digitale porno en lossere moraal bevoordelen geile mannen aanmerkelijk meer dan vrouwen. In plaats van zich te schikken naar mannen, of net zo gevoelloos seks te hebben als veel mannen, is het zaak dat vrouwen dichtbij hun gevoel blijven. En alleen vrijen met iemand die emotioneel werkelijk in hen investeert. Het argument dat seks OK is indien er maar ‘ja’ is gezegd, volstaat niet. Is de vraag er één naar seks met een vrouw (of man) als ‘object’, ‘ding’ of ‘instrument’? Dan dient het antwoord altijd ‘nee’ te zijn. In plaats daarvan bepleit Perry – lo and behold – eerherstel voor het huwelijk.

 

Echte mannen, met zelfbeheersing en respect

Ik lees Perry’s boek als een overtuigende oproep aan mannen om onze verantwoordelijkheid te nemen. Als wij gemiddeld geiler en fysiek sterker dan vrouwen zijn, gaan we daar maar beter voorzichtig en respectvol mee om. Onszelf zoveel mogelijk temmen dus. Voorkom dat porno je blik vervormt op anderen als louter lustobjecten. Daar is maar één remedie voor: kijk niet naar die rotzooi. Vrij alleen met iemand die écht iets in je losmaakt. Vraag van je seksuele partner niets waarvan je vermoedt dat die er later spijt van krijgt. Er zit een oeroud roofdier in ons, maar dat kun je temmen. Ziedaar de macht die we óók over seks kunnen hebben. Niet alleen de machtsverhoudingen die met dank aan #MeToo gelijker zijn geworden. Ook de macht over onze primaire instincten en ons gedrag. Laten we échte mannen worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De afgelopen week heeft het Gerechtshof van de Publieke Opinie overuren gemaakt. Sterker nog: het lijkt over zijn toeren geraakt. Duizenden Nederlanders hebben zich op social media, in de kranten, op radio en tv, uitgesproken over Jeroen Rietbergen, Marco Borsato, Ali B. en die ene, aanvankelijk nog anonieme regisseur. Voor het gemak deden de dames en heren opiniemakers daarbij dienst als achtereenvolgens aanklager, rechter én – dat laatste zonder zichtbare tegenzin – beul. ‘Het lijkt wel een computerspel,’ merkte mijn geliefde kalmpjes op nadat we het nieuws hoorden dat Marco B. en Ali Bouali niet meer te beluisteren zouden zijn op diverse radiozenders. ‘In één klap deleten ze je.’

 

Een gênant spektakel

De aanklachten zoals ze werden verzameld door BOOS zijn uiteenlopend en in enkele gevallen – die van verkrachting – ernstig. Verder tonen ze vooral een gênant spektakel van oudere mannen die zich niet weten te beheersen tegenover jongere vrouwen, hetgeen in de betreffende context van machtsongelijkheid des te kwalijker is te noemen. Maar evenzeer kwalijk vind ik de mate waarin vrijwel volledig kakelend Nederland een van de belangrijkste principes van de rechtsstaat lijkt te hebben losgelaten: de aanname dat je onschuldig bent totdat je schuld bewezen is. En dan bedoel ik niet bewezen door een verslaggever, recensent of iemand die iets van horen zeggen heeft, maar door een rechter. Dat recht geldt zelfs voor mensen naar wie we op televisie al zo lang  gekeken of geluisterd hebben, waarbij we misschien maar al te blij zijn dat ze als knuffel-Marokkaan door de mand vallen of waarvan we altijd al dachten dat ze net iets te close waren met de kinderen die ze zo enthousiast begeleidden op weg naar eeuwige roem.

 

De scherven van je carrière bijeenvegen

Wat begon als de openbaarmaking van een reële misstand, is in iets meer dan een week uitgegroeid tot een hysterisch en lelijk schouwspel. Je kunt je afvragen hoe dit verder gaat. En dan bedoel ik niet alleen met de betrokken personen, die ófwel in het geval van de seksueel belaagden te dealen hebben met emotionele schade en verwarring over wat hen nu precies overkomen is; ofwel – in het geval van de belagers – het nodige uit te leggen hebben aan hun geliefden en de scherven van hun carrière moeten bijeenvegen. Maar er zijn meer belangen in het geding. Die van de toekomstige slachtoffers van seksueel geweld bijvoorbeeld: zij zijn gebaat bij een helder onderscheid tussen dit geweld enerzijds; en anderzijds een ongepaste opmerking of een aanraking die soms ongewenst kan zijn maar ook deel van het contact tussen mensen dat we ons wellicht nog kunnen herinneren van een wereld vóór Corona. Alles, rijp en groen, op één stapel werpen van ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ geeft misschien de moraalridders en lijders aan smetvrees onder ons een goed gevoel. Maar het doet geen recht aan de akelige en unieke ervaring van wie is verkracht of aangerand.

 

Relativering van onze eigen voortreffelijkheid

Wel opent het de weg voor ieder die nog een appeltje te schillen heeft met een Bekende Nederlander. Beschuldig hem of haar niet eens van seksueel geweld, maar simpelweg van iets wat velen van ons wel eens hebben gedaan en waar we bepaald niet trots op zijn; oogst de bijval van talloze mensen die er niet bij waren maar er vast wel wat van vinden; en merk dat de betrokken werkgevers hun coryfeeën ogenblikkelijk laten vallen, onder druk van de adverteerders of omdat ze zelf graag ‘het goede’ doen. Voor de duidelijkheid, ik ben me ervan bewust hoeveel mensen slecht kunnen lezen: ik praat geen seksueel geweld goed, ik juich serieus onderzoek naar zulk geweld toe, en het lijkt me fijn als machtige mannen (en vrouwen) zich wat vaker meester tonen over hun begeerten. Ik stel het echter wel op prijs als we daarmee omgaan op een manier die de rechtsstaat respecteert en die net een tikje meer mildheid jegens ‘zondaars’ toont, evenals relativering van onze eigen voortreffelijkheid.

 

De blik op welk decolleté dan ook

Wanneer is het genoeg? Als we nooit meer kijken naar The Voice of Holland, nooit meer luisteren naar de muziek van Borsato en Ali B.? Als die laatste zelfmoord pleegt door de sprong naar beneden te wagen, vanaf zijn indrukwekkende Ego? Als er nooit maar dan ook nooit meer een mannelijke blik te zien zal zijn op welk decolleté dan ook? Ik stel voor dat we met minder genoegen nemen. Dat we de rechterlijke macht laten uitzoeken en zich laten uitspreken over wat er gebeurd is. Dat we journalisten laten onderzoeken wat de cultuur bij organisaties is, maar dan zonder de pretentie dat iedereen bij zo’n organisatie zich voortdurend onberispelijk gedraagt. En dat we het in alle openheid durven opnemen tegen degenen die dergelijke organisaties leiden. Want ook dat was een lelijk dingetje, de afgelopen week: dat alle, maar dan ook werkelijk álle aanklachten anoniem werden gedaan. Dat een slachtoffer van seksueel geweld niet herkenbaar in beeld wil, snap je. Maar het zou het fraaie initiatief van de vrouwen bij de firma De Mol sieren als hun volgende stap wordt om zich met naam en toenaam te presenteren. Wie gezamenlijk met heel veel anderen vecht, hoeft zich niet te verschuilen.

 

Een stoïcijnse deugd

Voor de rest van ons, de niet-direct-betrokkenen, rest een deugd die de stoïcijnse senator Seneca ons bijna twee millennia terug aanreikte: die van de genade. Genade, zo stelt Seneca, is de beheersing van jezelf op het moment dat je in staat bent om een klap uit te delen, juist aan iemand die eigenlijk straf verdient. En al helemaal wanneer je niet zeker weet of iemand wel straf verdient. Het is de mildheid die je opbrengt voor degene die je op zijn rug hebt gekregen terwijl jij met je hand geheven boven hem hangt. Zullen we dat met z’n allen eens proberen? Niet uitlachen, niet veroordelen, maar de steun voor wie geschaad is overlaten aan wie hier toe in staat is, en ons verder vooral in ons eigen leven een beetje fatsoenlijk gedragen?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er gaan dagen voorbij dat ik niet denk aan Britney Spears. Toen ze eind jaren negentig doorbrak met ‘Baby One More Time’ luisterde ik naar andere muziek, en ook ‘Oops! I Did It Again’ kon me nauwelijks bekoren. Mocht ik ooit alsnog geïnteresseerd dreigen te raken in haar persoonlijkheid en wereldbeeld, dan deed dat ene korte fragment in Michael Moore’s Fahrenheit 9/11 de deur dicht. Meteen nadat hij een Iraakse vrouw had getoond die rouwde om haar familieleden, zojuist gedood bij een VS-bombardement (‘Waar ben je, Allah, waar ben je?!?’), monteerde Moore een fragment van de jonge zangeres in zijn documentaire. Al kauwgom kauwend, zegt ze: “Eerlijk gezegd vind ik dat we onze president moeten steunen bij elk besluit dat hij neemt. Blijf trouw, wat er ook gebeurt.”

 

Een gevalletje montagemoord

Toegegeven, dat was een typisch gevalletje montagemoord. Had de popdiva zelf de beelden gezien van wat haar president zojuist ver van huis had aangericht, dan had ze wellicht een heel ander commentaar gegeven. En mag je van een tienerster überhaupt afgewogen commentaar verwachten op wat zich buiten zijn of haar bubbel bevindt? Er zijn nogal wat mensen die menen dat de inmiddels 39-jarige zangeres eerherstel verdient. Begin deze maand presenteerde nota bene The New York Times een documentaire over Spears. Daarin valt onder meer op te tekenen dat ze eigenlijk een rolmodel is van autonomie en zelfaanvaarding; van niet willen behagen; van tolerantie ook voor mensen van welke minderheid dan ook, bij voorkeur groepen die we kunnen aanduiden met een nauwelijks uit te spreken brei van medeklinkers. Wel, dan heb je mijn interesse als filosoof. Dus toch maar even didactisch verantwoord gekeken naar de documentaire, die zeer toepasselijk en dubbelzinnig Framing Britney Spears is genoemd.

 

#FreeBritney

Als iets duidelijk wordt uit de docu, dan is het wel dat de hele showbizz-minnende wereld een beeld heeft van Britney Spears en haar daar koste wat kost in probeert te proppen, te framen dus. Dit betreft niet alleen de onvermijdelijke hele of halve vertrouwelingen van de popdiva; de fans die haar met een heuse #FreeBritney-campagne proberen te verlossen van de ijzeren greep waarin haar vader haar en vooral haar verdiensten houdt. Of de roddeltantes en paparazzi-fotografen voor wie Spears alweer meer dan twintig jaar een ‘verdienmodel’ is. Maar ook de zichzelf onvergelijkbaar veel serieuzer nemende vertegenwoordigers van de kletsende klasse, zoals Wesley Morris, recensent voor The New York Times. De videoclip van Baby One More Time, waarin een dan 16-jarige Britney ronddanst in een sexy variant op een schooluniform, voorziet Morris van het volgende commentaar: “Niet het seksuele maakt het cool, maar de controle en de zeggenschap over zichzelf en haar omgeving.”

 

Yeah Right…

Daar kunnen alle oudere mannen het mee doen die niet alleen deze jonge vrouw maar vooral zichzelf te kijk zetten met hijgerige vraagjes waarin de seksuele suggestie nooit ver weg is en zich in de regel hinderlijk naar de voorgrond dringt. De zestiger bijvoorbeeld die een 10-jarige Britney, nadat ze zojuist een ijzersterk stukje zang heeft neergezet, niets anders weet te vragen dan: “Ik zag vorige week dat je prachtige oogjes hebt. Heb je ook een vriendje?” “Nee, ze zijn gemeen.” “Ik ben niet gemeen, wat dacht je van mij?” Een volgende heer op leeftijd, enkele jaren verder: “Voor velen ben je een tegenstrijdigheid. Aan de ene kant ben je de lieve, onschuldige maagd; aan de andere kant een sexy vamp in ondergoed.” Een andere commentator, ditmaal een oudere dame:  “Er zit zeker een paradox in hoe ze werkt.” Correctie door een andere dame aan de talk show-tafel: “Hoe ze zich kleedt…” De eerste vrouw weer: “Zo onschuldig lijkt ze niet.” En dan is er onze eigen Ivo (Niehe), die zijn fifteen seconds of being (in)famous opluistert met een: “Iedereen heeft het erover.” Spears: “Waarover?” “Nou… je borsten…”

 

Je innerlijke Ivo

‘Bevrijd jezelf van je innerlijke Ivo,’ schreef Volkskrant-columnist Loes Reijmer, na het bekijken van de documentaire. Immers: “De echte pijn zit in de vanzelfsprekendheid waarmee Spears wordt geacht verantwoording af te leggen over haar lijf, de onbeheersbare drang om ons te bemoeien met vrouwenlichamen, ze te bestuderen, evalueren en becommentariëren, centimeter voor centimeter, in de hoop wijzer te worden over het lijdend voorwerp, iets te onthullen of haar bestraffend te kunnen toespreken.” Helemaal raak. Maar slechts de helft van het verhaal. Want op het gevaar af om nu, als ‘oudere man’ nog wel, een nieuw hoofdstukje toe te voegen aan het framen, het bestuderen, evalueren en becommentariëren, en iemand bestraffend toe te spreken die we natuurlijk niet echt kennen, wat we ons ook verbeelden… de ‘seksualisering’ van Britney Spears is in sterke mate haar eigen werk en van al die anderen in haar entourage die nu al bijna een kwart eeuw aan haar verdienen.

 

Oops! I Did It Again

Je zou dat ‘controle’ en ‘zeggenschap’ kunnen noemen, of zelfs ‘autonomie’ – om dit filosofische concept maar eens los te laten op de vertolker van Oops! I Did It Again. Vergelijkbare theorieën en theorietjes zijn de voorbije decennia toegepast op andere zangeressen die hun seksualiteit in de strijd gooiden, zoals eerst Madonna en later Beyoncé. Ik zie vooral zakenvrouwen die weten dat ze met hun lichamelijke aantrekkingskracht aandacht, bevestiging én heel veel centjes kunnen binnenhalen. Zo was Britney Spears het uithangbord van onder meer ondernemingen als Clairol, Polaroid en Pepsi. Met commercials voor de colafabrikant verdiende zij tussen 2001 en 2002 7 tot 8 miljoen dollar, tot ze er plaats maakte voor… Beyoncé. Dat was de reden dat toen we in 2003 met De wereld is niet te koop actie voerden tegen een straatbepalende steigerreclame van Pepsi in het hartje van onze stad, we ons gekscherend tooiden met de naam Britney Spears Brigade. Zowel de clips als de commercials van Spears toonden haar in de regel met zo weinig mogelijk kleren aan. Datzelfde gold voor de journalistieke covers die ze vulde, zoals die van Rolling Stone. Wanneer ze in 1999 op de voorkant van dit blad staat en een (ditmaal vrouwelijke) interviewer haar vraagt naar haar ‘Lolita-look’, antwoordt ze: “We zijn allemaal meiden en dat is een deel van wie we zijn. Je liegt als meisje als je zegt dat je je niet sexy wil voelen.”

 

Onze binnenste Britney

Ook weer helemaal waar, en hetzelfde zou kunnen gelden voor net wat oudere vrouwen, voor jonge jongens en zelfs voor – ik zeg maar wat – het jongetje in het lijf van een 54-jarige man: je mooi of zelfs ‘sexy’ willen voelen, daar is niets mis mee. Wat ik problematischer vind is de manier waarop hele volksstammen zich in onze samenlevingen voortdurend bezighouden met hoe ze eruitzien en of anderen daar wel of niet opgewonden van kunnen en zullen raken. Niet alleen omdat je jezelf hiermee tekort doet als een mens die zoveel meer is dan zijn of haar borsten, billen en benen; maar ook omdat je er anderen die wellicht wat minder goed scoren op ‘uiterlijke schoonheid’, nadrukkelijk mee inwrijft wat zij missen. Je zou kunnen zeggen dat het niet alleen de kunst is om ons te bevrijden van onze innerlijke Ivo, maar ook van onze binnenste Britney, dat meisje of dat jongetje dat constant probeert te behagen en te verleiden. Of, zoals feministe Germaine Greer een paar jaar geleden opmerkte, naar aanleiding van Spears’ collega Beyoncé: “I think she is a fantastic musician. Beautiful voice, as true as a bell. But why has she always to be fucking naked and have her tits hanging out? Why?”

 

Werken met aasgieren

Goede vraag. Eén antwoord: wie van jongs af aan ontdekt dat hij iets te winnen heeft met haar of zijn looks, is geneigd daarvan gebruik te blijven maken, zeker als het op een zeker moment om veel geld en veel aandacht gaat. Wesley Morris, wanneer hij refereert aan het moment dat Spears zich in 2007 ineens kaal schoor: “Met haar kale hoofd zegt ze in feite: ik kap ermee. Als jullie denken dat ik terugkom en weer die persoon ben: vergeet het. Die persoon is er niet meer. Jullie hebben haar kapotgemaakt. Als mensen haar alleen maar als gestoord kunnen zien… kom ik tot de conclusie dat ze om te beginnen deel uitmaakte van een samenleving van aasgieren.” Zijn eigen Engelse formulering is – waarschijnlijk onbedoeld – veelzeggend: “What a vulturous society she was working with to begin with.” Ze werkte ermee, dat wil zeggen, Spears gebruikte en bespeelde het soort aandacht dat haar ten deel viel: voor haar lichaam, en niet zozeer voor haar stem of meningen. Het maakt beweringen over de ‘objectivering’ van de ster toch op z’n zachtst gezegd wat eenzijdig.

 

Put your erection in my direction

Dit is iedere keer weer de zigzagbeweging rondom showbizz-sterren als Spears: ofwel ze worden gezien als willoze objecten en slachtoffers; ofwel als volstrekt autonome ‘Power Vrouwen’ die ook – juist – in control zijn als andere vrouwen of mannen op hen geilen. Het is maar wat voor aandacht je wenst. Het punt is dat het fenomeen genuanceerder is dan dat: ‘sekssymbolen’ maken zichzelf tot een lustobject, terwijl degenen die hen als zodanig behandelen (de Ivo’s van deze wereld) al evenmin de beste versie van zichzelf laten zien. Die sekssymbolen kunnen dus ook mannen zijn. Ik moet even denken aan de boodschap die een Nederlands pubermeisje op een stuk karton schreef toen ze naar een optreden toog van haar idool, Harry One Direction Styles: put your erection in my direction. Reken maar dat Harry zich bewust was van wat hij in jonge meiden losmaakte (en anders wel zijn manager), hoe ongemakkelijk hij zich er ook bij tijd en wijle bij zal hebben gevoeld.

 

Kant over Britney

Dat brengt me op Immanuel Kant. Ruim 200 jaar geleden beschreef de filosoof zijn ‘categorische imperatief’ als een alternatief voor iets wat we nogal eens geneigd zijn te doen: anderen als middel tot ons doel beschouwen, en gebruiken. Maar hij ging nog iets verder. Kant raadde ons ook aan om onszelf niet als middel voor andermans doel te presenteren: “Handel zo dat jij het mens-zijn, zowel in je eigen persoon als in de persoon van ieder ander, altijd tegelijk als doel, nooit als louter middel gebruikt.” Natuurlijk wist Kant dat we constant kijken wat we aan anderen kunnen hebben, en dat we ook maar al te goed weten wat wij die anderen te bieden hebben. Daarom zegt hij ook ‘altijd tegelijk als doel, nooit als louter middel’. Wat ik vooral in Kants gebod lees, is de aansporing om mensen te blijven zien als de hele mens die ze zijn, in plaats van hen steeds en slechts te reduceren tot (een moment van) seksueel genot. Dat is op de eerste plaats iets wat je je zelf kunt voorhouden: de bereidheid om jezelf niet te etaleren als een lustobject… of je nu vrouw bent of man; bi, homo of hetero. Het is ook het anderen beoordelen op wat ze veel meer zijn dan alleen een al dan niet fraaie man of vrouw. Dit geeft weer een hele andere betekenis aan het #FreeBritney of het ‘Bevrijd jezelf van je innerlijke Ivo’: jezelf niet verliezen in het lichaam van een ander, maar al evenmin in wat jouw eigen lichaam allemaal wel niet met anderen ‘moet’ doen.

 

De Britney Spears Brigade

Ironisch genoeg is het Michael Moore die in Framing Britney Spears een van de verstandigste dingen zegt van alle talking heads die erin te beluisteren zijn. In 2008 – vier jaar nadat hij haar onbarmhartig wegzette als dom wicht in zijn eigen Fahrenheit – is hij te gast bij Larry King. Die bespreekt Spears’ opname in het ziekenhuis vanwege psychische problemen, met als gevolg een onder-curatele-plaatsing door haar vader. Moore: “Waarom laten we haar niet met rust? Laat haar verder gaan met haar leven.” De grap is dat de diva zelf er in de jaren die volgden, alles aan heeft gedaan om níet met rust gelaten te worden en dat ze dit eens te meer minstens zoveel met haar seks als met haar stem heeft bewerkstelligd.

 

Maar ik denk dat het nu tijd wordt om de daad bij het woord te voegen en tot een heroïsche laatste veldslag te komen van wat eens de Britney Spears Brigade was. Laat haar met rust, en als je van haar muziek houdt, luister dan simpelweg naar haar muziek in plaats van je blind te staren op haar lijf. Ik op mijn beurt raad je aan om ook eens naar een andere documentaire te kijken. Bij voorkeur over vrouwen die niet met hun looks paraderen maar prachtige ideeën én daden presenteren. Het denkende hart van Etty Hillesum bijvoorbeeld. Nothing is Forgiven, over de strijd van Zineb el Rhazoui tegen jihadistische moordenaars en deugneuzen met slappe knieën. Of I Am Greta (need I say more?). Want we zijn zoveel meer en zoveel mooier dan alleen ons lichaam en ons verlangen naar een lichaam.