Waar begint het? Wat is het moment in je leven dat je voor het eerst probeert anderen iets te laten doen? Iets dat ze anders niet zouden hebben gedaan? Dat je tracht invloed uit te oefenen, iemand van iets te overtuigen? Meestal zal ‘onze eerste keer’ bestaan uit huilen. Soms kort, soms langdurig, tot je vader of moeder je verschoont of te eten geeft.

 

Ik huilde hartverscheurend

In mijn geval zal dat niet anders zijn geweest. Ook ik huilde hartverscheurend om gehoord te worden, en daarmee mijn zin te krijgen. Ook ik heb in de jaren daarna net als ieder ander ontelbare pogingen ondernomen om invloed uit te oefenen op de mensen om me heen. Inmiddels waren die pogingen meer doordacht en ik gebruikte er nu woorden voor. Aardige woorden, goedgekozen woorden, dreigende woorden soms ook. Woorden die de ene keer beter werkten dan de andere keer.

Ik maakte er uiteindelijk mijn vak van om na te gaan denken over wat we dag op dag doen… Macht en invloed verwerven; met woorden en beelden overtuigen. En dit alles als het even kan, op een wijze die goed voor onszelf maar ook voor anderen is. Ik ging politicologie en bestuurskunde studeren. Ik werkte als journalist, in de hoop met mooie verhalen te laten zien wat er goed ging in de wereld en wat er beter kon. Ik ging lesgeven om studenten kennis aan te reiken waarmee ze de wereld konden veranderen (al vond ik ‘begrijpen’ ook al een heel mooi resultaat). En ik schreef vier filosofische boeken waarin ik vertelde over de ‘goede’ manier om ons te verhouden tot anderen en onszelf.

 

Be the message

Een van de meest relevante theorieën die ik in al die tijd ben tegengekomen, is ook een van de meest klassieke. In zijn Retorica ontvouwde Aristoteles meer dan twee millennia geleden de drie dimensies van het overtuigen. Logos, ofwel de inhoud van een sterk betoog: feiten, argumenten en een glasheldere boodschap om beide te brengen. Pathos: de emotie waarop wordt ingespeeld bij de toehoorder. Angst of hoop, woede of tevredenheid, trots of schaamte.

De minst bekende, maar zeker niet de minst belangrijke dimensie van retorica is ethos. Daarmee doelt Aristoteles op het karakter van de spreker. Be the message, zeggen ze tegenwoordig in het Engels. Wilders is hiervan een voorbeeld. Kijk maar naar het gevaar waarop hij hamert als politicus die inderdaad bedreigd wordt. Maar ook Mandela, met zijn gevangenisverleden en geschiedenis van verzoening. Of Zelensky, met zijn stugge verzet tegen Poetins agressie.

Alle drie de elementen zie je altijd weer terugkomen. Zeker in de pogingen tot overtuiging die slagen. Of het nu gaat om TED Talks, toespraken van politici of de vele manieren waarop collega’s elkaar tot iets proberen te bewegen: er worden altijd meerdere registers tegelijk opengetrokken. De een concentreert zich daarbij op de kracht van zijn argumenten en de betrouwbaarheid van zijn feiten. De ander spreekt je aan op je verantwoordelijkheidsgevoel of misschien op een geniepig knagend stukje schaamte. Een derde weet dat ze haar jarenlange ervaring in de strijd moet gooien, en mocht die niet voor zich spreken, dan wel haar autoriteit als je leidinggevende.

 

Retorica als trukendoos

Retorica heeft in de loop der eeuwen een slechte naam gekregen. We neigen haar te zien als een trukendoos, een gereedschapskist vol instrumenten om je tegen je wil en ondanks je verstand te ‘bewerken’. Daar hebben waarschijnlijk de vele argumentatief of feitelijk zwakke betogen aan bijgedragen waaraan mensen in de loop van hun leven worden blootgesteld; betogen die vaak hun doel bereiken omdat ze maar al te effectief gebruik maken van die andere retorische elementen dan ‘logos’.

Ook speelt een rol dat het aanspreken van negatieve emoties zoals woede – laat staan: haat – tot hele vervelende gevolgen kan leiden. Wat te denken van politici die ons fact-free toespreken en de frustratie bespelen onder hun kiezers? Of van CEO’s die primair hun machtspositie inzetten in plaats van je met argumenten te overtuigen?

Overtuigingskracht maakt haar naam pas waar wanneer ze inhoudelijk klopt. En op zich is het geen probleem dat je als spreker rekening houdt met de gevoelens van je publiek. Zolang je er maar geen schade mee aanricht. De vraag is altijd: welke gevoelens wil je aanspreken, en op welke wijze doe je dat? De grootste redenaars slaagden erin om gevoelens van wanhoop en woede op een positieve wijze te beantwoorden. Martin Luther King was hiervan een voorbeeld. En toen hij in 1968 vermoord werd, bleek dit ook op te gaan voor uiteenlopende personen als Bobby Kennedy en James Brown. Allebei wisten ze een door deze moord geschokt publiek ervan te overtuigen zich waardig en liefdevol te gedragen.

 

De moderne visie van een klassieke denker

Er is nog een ander misverstand over overtuigingskracht: dat het altijd ‘vanuit de hoogte’ door grote mannen of vrouwen wordt losgelaten op een passief en ondergeschikt publiek. Aristoteles stelt echter dat overtuigingskracht geen passieve en makke persoon hoeft te maken van de toehoorder. Integendeel. Als het goed is, is retorica juist de manier waarop de ene volwassene de andere volwassene van iets probeert te overtuigen. Zonder dwang, zonder te ‘doceren’, en zeker zonder te beleren. Dit is een bij uitstek moderne visie van een bij uitstek klassieke denker. In onze geïndividualiseerde en gedemocratiseerde samenleving willen we ons niet langer de les laten lezen. Overtuigingskracht die uitgaat van gelijkwaardigheid is dan het alternatief.

De interessante spanning is natuurlijk wel dat soms de spreker meer kennis of inzicht heeft dan de aangesprokene. Daarmee zijn we beland bij het laatste aspect van overtuigingskracht dat ik graag aandacht geef: niet alleen sprekers maar ook toehoorders een stukje sterker maken. Het is één ding om je te bekwamen in overtuigende argumentatie. Minstens zo belangrijk wanneer mensen constant iets van je willen, is de manier waarop je omgaat met hun pogingen om jou te overtuigen. Dus train ik mensen ook graag in het beter op waarde schatten van argumenten. In de analyse van hun eigen emoties. En in het peilen van de manieren waarop andermans persoonlijkheid – en die van jou – jullie wederzijdse communicatie bepaalt.

Het is lang geleden dat we onweerstaanbaar huilden om onze zin te krijgen. Er zijn nu volwassener manieren om te overtuigen en overtuigd te raken. Tijd om ons daarin te trainen.

“Iemand moest Josef K. belasterd hebben. Want zonder dat hij iets slechts had gedaan, werd hij op een ochtend gearresteerd.” Zo begon Franz Kafka in 1915 zijn roman Het Proces. Toen het boek tien jaar later eindelijk verscheen, was de fictie realiteit in Mussolini’s Italië en de Sovjet-Unie onder Stalin. Een realiteit die zich miljoenen malen zou herhalen in politiestaten als Nazi-Duitsland en de DDR, Mao’s China en Castro’s Cuba.

 

Proces zonder vorm van proces

De kern van Kafka’s roman was een huiveringwekkende paradox… Dat er een proces plaatsvindt precies zonder ‘vorm van proces’. Zonder een heldere aanklacht die gedegen bewezen dient te worden en waarbij je onschuldig bent totdat je schuld is aangetoond. Zonder een fatsoenlijke rechtsgang die zowel jou als anderen de kans geeft om je onschuld te bewijzen. En mét anonieme klagers die nooit de moed of het fatsoen hebben om je in je gezicht te vertellen wat precies jou te verwijten valt. Gevolgd door een straf van een bureaucratisch monster dat aanklager, rechter en beul tegelijk blijkt.

 

Grensoverschrijdend gedrag en een veilige omgeving

Gelukkig leven we hier anno 2022 niet in een totalitaire staat. Toch moest ik gisteren aan het begin van Het Proces denken toen ik een persbericht van de politieke partij Volt las: “Volt heeft zondag Tweede Kamerlid Nilüfer Gündogan geschorst. In de afgelopen weken heeft de partij enkele meldingen ontvangen die wijzen op grensoverschrijdend gedrag van het Kamerlid. De partij heeft naar aanleiding van deze meldingen een extern integriteitsbureau ingeschakeld om onderzoek te doen naar deze meldingen. Volt heeft nu besloten om het Kamerlid per direct te schorsen als lid van de Voltfractie. Dit om voor betrokkenen een veilige omgeving te creëren voor het vervolg van het onderzoek en om hoor en wederhoor te kunnen laten plaatsvinden.”

 

De geschiedenis herhaalt zich als tragikomedie

In een van zijn helderder momenten schreef de man die het communisme van China, Cuba en de Sovjet-Unie inspireerde dat de geschiedenis zich herhaalt. De ene keer als tragedie, de andere keer als farce. In dit geval lijkt het resultaat een combinatie van beide: een tragikomedie dus. Het tenenkrommende proza roept herinneringen op aan Kafka en Orwell, aan Marx en Stalin. Dat alles  in de blender… Waarna men nog een paar zaadjes juridisch- en marketing-jargon toevoegt. ‘Grensoverschrijdend gedrag’, ‘enkele meldingen’, ‘een extern integriteitsbureau’, ‘een veilige omgeving’, ‘hoor en wederhoor’. Ziedaar de hedendaagse variant van iemand die je afserveert zonder je in het gezicht te vertellen wat precies je fout hebt gedaan. En hoe je dit redelijkerwijs herstellen kan.

 

Ongewenst intieme prinsjes

2022 is nog geen drie maanden oud, en we hebben het nu al een paar keer gezien… Hoe mensen niet letterlijk en lijfelijk worden terechtgesteld, maar wél op grond van anonieme bronnen worden aangeklaagd en afgevoerd van de plek waar ze functioneerden. Konden we in het geval van de ongewenst intieme prinsjes die huishielden bij The Voice of Holland en Ajax nog vaststellen dat daar naast rook ook vuur was… Maar zeker in dat eerste geval was de trial by (social) media weerzinwekkend en in strijd met het principe dat ook (vermeende) daders onschuldig zijn tot een onafhankelijke rechter ze heeft veroordeeld.

Met ‘de affaire-Gündogan’ is een nieuwe mijlpaal bereikt. Hier komen wij noch de beklaagde te weten wat precies het delict is en wie er exact een probleem met haar hebben. Daarmee blijken ‘enkele meldingen’ te volstaan om een persoonlijke of politieke afrekening te verrichten. Niet per se door degenen die klagen (om de simpele reden dat we niet weten wie zij zijn). Maar zeker door degenen die er belang bij hebben dat het Kamerlid op non-actief gaat en straks buiten de fractie staat. Het gaat er niet om wat je van Gündogan vindt – ik kende haar niet en van haar partij vind ik weinig tot niets. Waar het om draait is het respecteren van de rechtsstaat. Of, als ik het een onsje minder chique maar niet minder gemeend mag formuleren… om een moedige, open en waardige manier van doen oog in oog met je vrienden, en zelfs met je vijanden.

 

Hun mooie idealistische partij

Toen ze hun mooie idealistische partij oprichtten zullen de jongens en meisjes van Volt het vast niet zo hebben bedacht, en zeker niet bedoeld: dat ze zich nog geen vier jaar later zouden gedragen als maoïsten in Madurodam-formaat. Gelukkig maken degenen die tegenwoordig anderen aanklagen en zonder vorm van proces afvoeren bij lange na niet de brokken van de Culturele Revolutie. Het idee is echter hetzelfde: beschuldig anoniem, straf voordat schuld is vastgesteld, en doe alsof je jezelf op de morele hoogvlakte bevindt.

Dit is het patroon in de affaires van de afgelopen maanden en de cancel-cultuur zoals die in de mode is gekomen onder wie woke, ‘weg met ons’ en ‘wxyzlhbtq’ is. En de schuldigen… die buigen maar beter het hoofd en putten zich uit in de excuses en zelfbevlekking die ze krijgen aangereikt. Dat iemand dit alles voorziet van het therapeutisch taaltje van ‘veilige omgeving’ en ‘grensoverschrijdend gedrag’ maakt het niet overtuigender. Wel hypocrieter en ongeloofwaardiger.

 

Aan mijn lijf geen polonaise meer

Misschien ben ik extra gevoelig – wie weet, zelfs overgevoelig – omdat ik als tiener en vroege twintiger communist was en in die tijd genoeg anonieme aanklachten en afgedwongen bekentenissen heb mogen meemaken voor een heel mensenleven. Aan mijn lijf geen polonaise meer, en al helemaal geen mini-maoïsme. Mogelijk ook kan ik de term ‘veilige omgeving’ niet meer horen sinds ik vijf jaar geleden als kritische docent op de School voor Journalistiek van de directeur begreep dat diverse mensen zich ‘onveilig’ voelden door wat ik in mijn columns in het hogeschoolblad schreef. Nooit kreeg ik te horen wat precies tot ‘onveiligheid’ leidde. Nooit ook bracht een van de betreffende collega’s het lef op om mij te vertellen dat hij een van die mensen was of wat zij van mij verwachtte. Wel werd ik op deze manier opzichtig richting uitgang begeleid, een vertrek dat ik uiteindelijk zelf verkoos.

Het wordt tijd dat we anonieme verdachtmakingen en schuilen achter andermans rug gaan zien als wat ze zijn… Kleinzielig en kortzichtig gedrag, waarmee degene die het begaat zichzélf diskwalificeert. En dat we nooit maar dan ook nooit buigen voor het soort kwezelaars dat zichzelf als progressief voordoet maar uiteindelijk regelrecht uit Kafka’s Proces weggelopen lijkt.

 

 

Wie ooit gepassioneerd journalist was, verliest nooit de journalistieke blik. Ook niet als hij later filosoof wordt. Met veel plezier verwerk ik in mijn colleges en classes iedere week weer de actualiteit. Of het nu gaat over politiek, ethiek of levenskunst.  Over Aristoteles of Nietzsche, Hannah Arendt of Simone de Beauvoir. Maar nu ga ik eens iets anders doen. Twee inspirerende interactieve bijeenkomsten over de issues van dit ogenblik, bezien vanuit filosofisch perspectief. Ditmaal is het niet de denker of de gedachte, maar de actualiteit die centraal staat.

Mogelijke onderwerpen en daarbij te betrekken ideeën & denkers (de uiteindelijke keuze maak ik een week tevoren, dan zijn we up to date)

 

Polarisatie tussen ‘pro’ en ‘anti’

Coronacrisis: dilemma’s van vrijheid versus veiligheid, verschillende ethische benaderingen (deugdenethiek, plichtsethiek, consequentialisme, zorgethiek, ethiek-3.0). Hoe om te gaan met onwilligheid en onvrede, polarisatie tussen anti- en pro-vaxxers, en complottheorieën. Hier zouden we kunnen putten uit bijvoorbeeld de ideeën van Kant, Mill en Socrates.

 

Van Machiavelli tot Kahneman

Klimaatcrisis: politiek-filosofische visies op de gewenste wisselwerking tussen ngo’s zoals Milieudefensie en Urgenda enerzijds, en de overheid of grote bedrijven zoals Shell, KLM of Unilever anderzijds. Een politiek-psychologische verkenning van de inactiviteit van burgers oog in oog met even urgente als complexe problemen. Hier zou Machiavelli aan de orde kunnen komen, maar ook de psychologie van Daniel Kahneman.

 

Vijanden, zondebokken en alternatieven

Populisme: wat kunnen we uit de geschiedenis leren over de manier waarop populisten munt slaan uit economische of politieke crises. Denk aan de rol van ressentiment (Nietzsche!) en het aanwijzen van vijanden of zondebokken. En vooral… wat zouden hiervoor alternatieven kunnen zijn? Chantal Mouffe, Danielle Allen en Remko van Broekhoven ;-).

 

Twee vrijdagmiddagen – 25 februari en 25 maart – gaan we tussen één en vijf filosoferen over het nieuws. Eerst een college van 2,5 uur en dan nog anderhalf uur om met een kleine groep van maximaal acht mensen verder te spreken. Locatie: DAAR, in Utrecht. Prijs: 250 euro. Je kunt je bij mij opgeven, uiterlijk donderdag 10 februari: contact@remkovanbroekhoven.nl

 

 

 

 

 

 

De afgelopen week heeft het Gerechtshof van de Publieke Opinie overuren gemaakt. Sterker nog: het lijkt over zijn toeren geraakt. Duizenden Nederlanders hebben zich op social media, in de kranten, op radio en tv, uitgesproken over Jeroen Rietbergen, Marco Borsato, Ali B. en die ene, aanvankelijk nog anonieme regisseur. Voor het gemak deden de dames en heren opiniemakers daarbij dienst als achtereenvolgens aanklager, rechter én – dat laatste zonder zichtbare tegenzin – beul. ‘Het lijkt wel een computerspel,’ merkte mijn geliefde kalmpjes op nadat we het nieuws hoorden dat Marco B. en Ali Bouali niet meer te beluisteren zouden zijn op diverse radiozenders. ‘In één klap deleten ze je.’

 

Een gênant spektakel

De aanklachten zoals ze werden verzameld door BOOS zijn uiteenlopend en in enkele gevallen – die van verkrachting – ernstig. Verder tonen ze vooral een gênant spektakel van oudere mannen die zich niet weten te beheersen tegenover jongere vrouwen, hetgeen in de betreffende context van machtsongelijkheid des te kwalijker is te noemen. Maar evenzeer kwalijk vind ik de mate waarin vrijwel volledig kakelend Nederland een van de belangrijkste principes van de rechtsstaat lijkt te hebben losgelaten: de aanname dat je onschuldig bent totdat je schuld bewezen is. En dan bedoel ik niet bewezen door een verslaggever, recensent of iemand die iets van horen zeggen heeft, maar door een rechter. Dat recht geldt zelfs voor mensen naar wie we op televisie al zo lang  gekeken of geluisterd hebben, waarbij we misschien maar al te blij zijn dat ze als knuffel-Marokkaan door de mand vallen of waarvan we altijd al dachten dat ze net iets te close waren met de kinderen die ze zo enthousiast begeleidden op weg naar eeuwige roem.

 

De scherven van je carrière bijeenvegen

Wat begon als de openbaarmaking van een reële misstand, is in iets meer dan een week uitgegroeid tot een hysterisch en lelijk schouwspel. Je kunt je afvragen hoe dit verder gaat. En dan bedoel ik niet alleen met de betrokken personen, die ófwel in het geval van de seksueel belaagden te dealen hebben met emotionele schade en verwarring over wat hen nu precies overkomen is; ofwel – in het geval van de belagers – het nodige uit te leggen hebben aan hun geliefden en de scherven van hun carrière moeten bijeenvegen. Maar er zijn meer belangen in het geding. Die van de toekomstige slachtoffers van seksueel geweld bijvoorbeeld: zij zijn gebaat bij een helder onderscheid tussen dit geweld enerzijds; en anderzijds een ongepaste opmerking of een aanraking die soms ongewenst kan zijn maar ook deel van het contact tussen mensen dat we ons wellicht nog kunnen herinneren van een wereld vóór Corona. Alles, rijp en groen, op één stapel werpen van ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ geeft misschien de moraalridders en lijders aan smetvrees onder ons een goed gevoel. Maar het doet geen recht aan de akelige en unieke ervaring van wie is verkracht of aangerand.

 

Relativering van onze eigen voortreffelijkheid

Wel opent het de weg voor ieder die nog een appeltje te schillen heeft met een Bekende Nederlander. Beschuldig hem of haar niet eens van seksueel geweld, maar simpelweg van iets wat velen van ons wel eens hebben gedaan en waar we bepaald niet trots op zijn; oogst de bijval van talloze mensen die er niet bij waren maar er vast wel wat van vinden; en merk dat de betrokken werkgevers hun coryfeeën ogenblikkelijk laten vallen, onder druk van de adverteerders of omdat ze zelf graag ‘het goede’ doen. Voor de duidelijkheid, ik ben me ervan bewust hoeveel mensen slecht kunnen lezen: ik praat geen seksueel geweld goed, ik juich serieus onderzoek naar zulk geweld toe, en het lijkt me fijn als machtige mannen (en vrouwen) zich wat vaker meester tonen over hun begeerten. Ik stel het echter wel op prijs als we daarmee omgaan op een manier die de rechtsstaat respecteert en die net een tikje meer mildheid jegens ‘zondaars’ toont, evenals relativering van onze eigen voortreffelijkheid.

 

De blik op welk decolleté dan ook

Wanneer is het genoeg? Als we nooit meer kijken naar The Voice of Holland, nooit meer luisteren naar de muziek van Borsato en Ali B.? Als die laatste zelfmoord pleegt door de sprong naar beneden te wagen, vanaf zijn indrukwekkende Ego? Als er nooit maar dan ook nooit meer een mannelijke blik te zien zal zijn op welk decolleté dan ook? Ik stel voor dat we met minder genoegen nemen. Dat we de rechterlijke macht laten uitzoeken en zich laten uitspreken over wat er gebeurd is. Dat we journalisten laten onderzoeken wat de cultuur bij organisaties is, maar dan zonder de pretentie dat iedereen bij zo’n organisatie zich voortdurend onberispelijk gedraagt. En dat we het in alle openheid durven opnemen tegen degenen die dergelijke organisaties leiden. Want ook dat was een lelijk dingetje, de afgelopen week: dat alle, maar dan ook werkelijk álle aanklachten anoniem werden gedaan. Dat een slachtoffer van seksueel geweld niet herkenbaar in beeld wil, snap je. Maar het zou het fraaie initiatief van de vrouwen bij de firma De Mol sieren als hun volgende stap wordt om zich met naam en toenaam te presenteren. Wie gezamenlijk met heel veel anderen vecht, hoeft zich niet te verschuilen.

 

Een stoïcijnse deugd

Voor de rest van ons, de niet-direct-betrokkenen, rest een deugd die de stoïcijnse senator Seneca ons bijna twee millennia terug aanreikte: die van de genade. Genade, zo stelt Seneca, is de beheersing van jezelf op het moment dat je in staat bent om een klap uit te delen, juist aan iemand die eigenlijk straf verdient. En al helemaal wanneer je niet zeker weet of iemand wel straf verdient. Het is de mildheid die je opbrengt voor degene die je op zijn rug hebt gekregen terwijl jij met je hand geheven boven hem hangt. Zullen we dat met z’n allen eens proberen? Niet uitlachen, niet veroordelen, maar de steun voor wie geschaad is overlaten aan wie hier toe in staat is, en ons verder vooral in ons eigen leven een beetje fatsoenlijk gedragen?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een van de vele dingen die de coronacrisis heeft duidelijk gemaakt, is dat we in Nederland een overdreven neiging hebben om regels aan onze laars te lappen. Wie zich wel aan regels houdt, is een sukkel, een mak schaap, eventueel een NSB’er zelfs. Wie de regels overtreedt is op zijn best een verzetsstrijder; en op zijn minst iemand die lekker zichzelf blijft. We dreigen hierin door te slaan en wel zodanig dat we onze crises uiteindelijk niet meer oplossen, maar onnodig rekken en laten escaleren: of het nu gaat om het levensbedreigende virus, de polarisatie die onze democratie aantast, of om de vernietiging van de natuur waaraan we zo gewend zijn geraakt dat we die vernietiging als onvermijdelijk zijn gaan zien.

 

De reden achter die regels zien

Wat velen uit het oog verliezen: regels zijn geen doel op zich, maar wel een noodzakelijk middel om samen op te kunnen trekken en min of meer harmonieus met elkaar te leven. Dat wil zeggen: als we de reden achter die regels zien en onderschrijven… Het gaat er niet om dat je je aan regels houdt omdat het regels zijn, omdat je bang bent voor bestraffing of er persoonlijke winst uit hoopt te halen. Pas wie regels respecteert omdat hij de bedoeling erachter begrijpt, ook en juist wanneer zij of hij daarvoor iets moet inleveren, is werkelijk rechtvaardig. En rechtvaardigheid is meer dan ooit vereist. Wanneer we haar tenminste opvatten als een eigenschap die we zélf in huis hebben en naar buiten kunnen brengen, in plaats van als een claim die we bij anderen plaatsen: de buren, grote bedrijven, of de overheid.

 

Deze vrijstaat aan de Noordzee

Wat zou het mooi zijn… als veel meer inwoners van deze vrijstaat aan de Noordzee de coronaregels die het kabinet heeft bedacht in de praktijk brengen, vanuit het besef dat we risico’s niet kunnen uitbannen, maar beter die ene pijler van onze samenleving in stand houden waarop heel veel andere zaken rusten: de zorg. Net wat minder vaak jezelf tot uitzondering bestempelen die wél de regels overtreden mag, net wat minder vaak een misschien creatieve maar hoe dan ook egoïstische draai aan die regels geven, net wat vaker helpen waar we alle hulp gebruiken kunnen in onze confrontatie met corona. En verder gerust je andere mening uiten en proberen of je het beleid in jouw richting kunt beïnvloeden: dat recht blijf je houden ook waar je je aan regels te houden hebt.

 

De duivel of zijn zwakzinnige hulpje

Wat zou het mooi zijn… als we elementaire regels van fatsoen en respect in acht nemen vanachter ons toetsenbord op het moment dat we in contact komen met opinies die niet de onze zijn en acties die mijlenver van ons afstaan. Wanneer we het van mening verschillen tot een goed, eerlijk gespeeld en hoffelijk gewonnen óf verloren gevecht maken in plaats van een strijd waarin ons eigen doel alle middelen heiligt, vooral ook de meest smerige en ondoordachte. Je mag het hartgrondig oneens zijn met Rutte, Kaag en Baudet; met Marc van Ranst of Willem Engel: wat je níet doet is hen betitelen als niet serieus te nemen idioten en misdadigers die voor een tribunaal dienen te worden gebracht, als de vleesgeworden duivel of zijn zwakzinnige hulpje. Je betracht ook hierbij regels, regels die het leven voor ons allemaal beschaafder en plezieriger maken.

 

Wat zou het mooi zijn…

Wat zou het mooi zijn… als we ons op de snelwegen aan de regel houden om niet harder te rijden dan de maximumsnelheid. Niet omdat dit de wet is of omdat je anders bekeurd kan worden. Maar omdat je zo bijdraagt aan schone lucht, minder stikstof en CO2, minder geluidsoverlast voor dieren of mensen en meer veiligheid op de weg. Het is niet verwonderlijk dat massa’s automobilisten dag na dag sneller rijden dan ze mogen wanneer het kabinet de maximumsnelheid heeft ingevoerd met slecht verborgen tegenzin. Temeer als die maatregel vervolgens amper wordt gehandhaafd. Het is ook kinderlijk en niet bevorderlijk voor de natuur die we al op zoveel andere manieren aan het schaden zijn. En zodra er regels zijn die ons op een beter pad kunnen helpen, is het minste wat je kan doen om die regels tot realiteit te maken: het nét iets minder druistig aantikken van je gaspedaal. Als we dat al niet kunnen, wat vermogen we dan als er in de toekomst écht iets van ons gaat worden gevraagd?

 

 

 

 

 

‘Er zijn vier soorten mensen. Hij die niet weet en weet dat hij niet weet. Dat is een kind. Onderwijs hem. Hij die niet weet en niet weet dat hij niet weet. Dat is een dwaas. Mijd hem. Hij die weet en niet weet dat hij weet. Die slaapt. Wek hem. En hij die weet en weet dat hij weet. Dat is een wijs man. Volg hem.’ Aldus een Chinees spreekwoord, dat hier vier keer over een man spreekt waar het ook vier keer een vrouw zou kunnen betreffen. Maar hé… niemand is volmaakt. Zelfs een Chinese wijze niet.

 

Kind, dwaas, dromer, wijs

Ik herken mezelf in alle vier de soorten mensen. Soms voel ik me een kind dat hunkert naar kennis. Soms een dwaas die er door schade en schande achter komt wat hij al die tijd niet besefte. Soms slaap en droom ik, tot ik pas echt bij bewustzijn ben: awake (maar zeker niet woke). En soms heb ik het idee dat ik iets van wijsheid in bruikleen heb en dus gerust anderen daarin mag laten delen.

 

Mijn geliefde sophia

De afgelopen jaren heb ik honderden classes en cursussen gegeven waarmee ik hopelijk iets wezenlijks heb bijgedragen aan mijn geliefde sophia : de wijsheid, wat of wie zij ook precies wezen mag. Bij The School of Life in de Jaaropleiding Grote Denkers, met de reeks Changemakers en door mijn intensive Beïnvloeden & Overtuigen. Bij het Hoger Onderwijs voor Ouderen in collegeseries over ethiek, retorica of politieke filosofie. En in eigen beheer met cursussen over ‘Ethiek-3.0’ en ‘Macht-3.0’.

 

Vrouwelijke filosofen, stoïcijnse emoties, betrokken boeddhisme

Dit jaar heb ik drie nieuwe cursussen ontwikkeld: een reeks over vrouwelijke denkers, om iets recht te zetten oog in oog met het gebrek aan aandacht voor vrouwen in de filosofie; een reeks over stoïcijns denken & doen in deze tijd, al is het maar om duidelijk te maken dat stoïcisme wel degelijk respect kan hebben voor die al te menselijke emoties; en een reeks over oosterse wijsheid in een door het Westen gedomineerde wereld, waarbij we bijvoorbeeld zullen zien dat introspectief boeddhisme en maatschappelijke betrokkenheid prima te combineren zijn.

 

Etty Hillesum, Hannah Arendt en Ayn Rand

De reeks Vrouwelijke Filosofen heb ik dit voorjaar via Zoom gegeven en ga ik binnenkort herhalen bij HOVO in Utrecht: ik verheug me nu alweer op uiteenlopende denkers als Etty Hillesum, Hannah Arendt en Ayn Rand. De reeks Stoïcijns Denken & Doen draaide ik dit voorjaar in Bussum en kan ik opnieuw geven voor wie daaraan behoefte heeft. En de reeks Oosterse Wijsheid in het Hier & Nu start over precies een maand in Naarden, en geef ik dit voorjaar in een uitgebreidere versie bij HOVO Nijmegen. Ben je geïnteresseerd in een van deze cursussen voor je eigen organisatie of met een groepje gelijkgestemden (dan wel volledige vreemden), laat me dat gerust weten. Want deze filosoof, hij kan niet anders dan filosoferen.

Photo by Mattia Faloretti on Unsplash

“De Telegraaf, die lees ik niet graag, zo ’s ochtends vroeg op mijn nuchtere maag. Stompzinnige leugens, racistische mest. En al ver voor de oorlog zo fout als de pest.” Halverwege de jaren tachtig zong ik voluit mee als ons communistische koor De Grootste Mond deze regels aanhief. ‘Wij communisten’ hadden ons tijdens de Duitse bezetting verzet tegen de nazi’s. ‘Zij’ bij De Telegraaf hadden met de bezetter gecollaboreerd (hetgeen de krant na de bevrijding kwam te staan op een verschijningsverbod van vier jaar).

 

Mijn dedain voor de krant

Ik bleef ook daarna mijn dedain voor de krant nog wel even cultiveren. Toen ik in militaire dienst vrijwel alle andere soldaten het AD of De Telegraaf zag lezen, deelde ik hen mee dat ik die in nog geen vijf minuutjes uit zou hebben. Het soortelijk gewicht aan echte informatie was veel te laag en niet te vergelijken met de krant die wij thuis lazen: de Volkskrant.

Na mijn diensttijd studeerde ik op de School voor Journalistiek. Kwam dat even goed uit. Daar namelijk stond de grootste krant van Nederland ook niet echt hoog aangeschreven. Hele generaties ex-studenten kunnen je vertellen hoe hun docenten denigrerende opmerkingen maakten over de krant en je afraadden om er stage te lopen. Nadat ik in 1995 zelf begon als docent aan de school heb ik me ook wel eens aan zulke, eeuh… feedback gewaagd. Ik las immers ‘kwaliteitskranten’: Volkskrant, Trouw en NRC, en was nog altijd een linkse jongen op een grotendeels linkse school met vrijwel uitsluitend linkse vrienden en collegae.

 

Het beeld begon te kantelen

Maar gaandeweg begon mijn beeld te kantelen. Hoe dan ook raakte ik er steeds meer van overtuigd dat De Telegraaf niet voor niets de meeste lezers trok, en dat zelfs als je het niet eens bent met zijn columnisten of commentatoren, je deze krant moet beschouwen als een serieuze journalistieke speler. Die studenten en docenten journalistiek vooral (eventueel erbij) moeten lezen en waarvoor je stagairs of afgestudeerden ook zeker kunnen schrijven. Dat gebeurde dan ook: zo gingen diverse prima jonge journalisten die ik had helpen opleiden er werken na hun opleiding. Chris Ververs, Jannes van Roermund en Jessy Burgers bijvoorbeeld. Wat ook hielp: ik interviewde Paul Jansen, de huidige hoofdredacteur van de krant, voor mijn proefschrift en was aangenaam getroffen door zijn even kritische als constructieve visie op politieke journalistiek.

En toen, vorig jaar juni, vond ik ineens een boodschap op mijn voicemail van Johan van den Dongen, chef opinie bij De Telegraaf. Hij vroeg me of ik een verkorte versie wilde aanleveren voor zijn opiniepagina van een verhaal dat ik zojuist op mijn site had gepubliceerd in reactie op White Privilege en Black Lives Matter: ‘Ik ben niet je witte’. Zelden zo’n attente en zorgvuldige eindredactie meegemaakt, na een leven waarin mijn artikelen nogal eens onherstelbaar werden verminkt door overijverige of betweterige collega-journalisten. En nee, Van Dongen vroeg me niet er een lekker Telegraaf-schepje bovenop te doen – vol ‘stompzinnige leugens en racistische mest’ – hij drukte me juist op het hart om zo genuanceerd mogelijk te schrijven.

 

I couldn’t care less

In de dagen erna kreeg ik heel veel bijval van mensen die mijn artikel in De Telegraaf hadden gelezen. Maar ook enkele bijtende kritieken. Die gingen niet alleen inhoudelijk over mijn stuk – all in the game – maar ook over het feit dat ik in deze krant had geschreven. De krant die moslims en Marokkanen per definitie zwart zou maken. Die weigert blanken wit te noemen en ook al niet spreekt over ‘mensen van kleur’. En de klimaatcrisis niet serieus neemt, maar in plaats daarvan pleit voor harder rijden en meer asfalt. Blijkbaar was ook ik nu fout in de ogen van degenen die zoveel meer dan anderen deugen.

I couldn’t care less. Ik heb mijn verhaal mogen brengen zonder er een letter aan te hoeven veranderen. Niet alleen vorig jaar juni, maar nog eens in oktober dat jaar en nu vandaag opnieuw. In een krant waar men in elk geval begrijpt dat vrije meningsuiting er ook is voor mensen die niet exact hetzelfde vertellen als wat je hoofdredacteur vindt. Tot drie keer aan toe heb ik in deze krant mogen betogen dat de aanpak van de klimaatcrisis een prioriteit is. En dat niet al prekende voor eigen parochie, maar voor ruim een miljoen mensen. Waarvan er nu wellicht een paar op andere gedachten worden gebracht.

 

Zo ’s ochtends vroeg op mijn nuchtere maag

Bij de opinieredacties van de kranten die ik zelf jaren heb gelezen (en waarvoor ik soms ook heb geschreven) – Trouw, NRC en Volkskrant – vond ik de voorbije jaren keer op keer geen gehoor voor mijn opvattingen. Wellicht hoor ik toch niet bij ‘ons soort mensen’, met de juiste opinies en de gepaste toon. Misschien ben ik niet ‘links’ genoeg meer, terwijl ik mezelf toch ook zeker niet als ‘rechts’ beschouw. Voor de duidelijkheid: het is niet die afwijzing die mij motiveert om nu voor de krant te schrijven die ik vroeger zelf als fout bestempelde. Ik wil simpelweg een zo groot mogelijk publiek voor de boodschap die mij aan het hart gaat: dat we gezamenlijk de crises van corona, klimaat, economie en politiek te lijf dienen te gaan, in plaats van ons te laten verdelen op kleur, sekse of seksuele, politieke en religieuze voorkeur. En als dat kan in De Telegraaf… dan schrijf ik daar maar al te graag voor, zo ’s ochtends vroeg op mijn nuchtere maag.

Wat gebeurt er als je een filosoof en een psycholoog samen laat nadenken over wijsheid in een turbulente wereld? En als je vervolgens met hen en met andere cursisten in gesprek gaat over je eigen ervaringen, idealen en plannen voor de toekomst? Zoals de Zen-meester zei: We gaan het zien… En wel dit najaar.

  • Geef jezelf de kans om juist in deze tijd stil te staan bij wat veranderingen om je heen met je doen.
  • Krijg inzichten in hoe belangrijke denkers omgingen met veranderingen en uitdagingen in hun tijd.
  • Laat deze ideeën op je inwerken en je aanzetten tot een eigen antwoord.
  • Krijg nieuwe impulsen en volg deze zonder oordeel.
  • Maak plannen, werk ze uit, scherp ze aan en voer ze uit!

 

Programma:

 

  • Dag 1:

 Hoe om te gaan met crisis?

“For what is a crisis, if not an event that forces us to distinguish between the crucial and the trivial, forces us to reveal our priorities, to apply the most rigorous criteria and judge things?” (Daniel Mendelsohn).

 

Niets is blijvend, behalve verandering.

“Niemand stapt ooit twee keer in dezelfde rivier. Want het is niet dezelfde rivier en hij is niet dezelfde mens.” (Heraclitus).

 

 

  • Dag 2:

Wie geeft de antwoorden? Of zitten ze in jezelf?

“Verwacht geen ander antwoord dan dat van jouzelf.” (Bertolt Brecht).

 

Leven en laten leven: vind een balans tussen jou en de ander.

“Het is niet jij die de wereld een plaats geeft, maar het is de Ander, die jou aanspreekt, appelleert en jou een plaats geeft.” (Emmanuel Levinas).

 

 

  • Dag 3:

 Je eigen Odyssee: hoe vaar je wel in deze wereld?

“Van veel mensen zag hij de steden en hij leerde hun visie kennen. Maar veel ook moest hij afzien op zee.” (Homerus, de Odyssee).

 

Opbouw en werkwijze:

De leergang ‘Terug naar je eigen normaal’ is opgebouwd uit 3 plenaire bijeenkomsten van ieder 2 dagdelen (ochtend/middag), waarbij lezingen en workshops elkaar afwisselen. Tijdens deze sessies ga je samen met ons op zoek naar jouw eigen nieuwe richting. Je wordt uitgedaagd, krijgt feedback en werkt je plannen uit. Tussen de bijeenkomsten kun je contact met een buddy onderhouden. Daarin heb je de mogelijkheid om je ideeën te toetsen, verdiepen en concretiseren. De plenaire bijeenkomsten zijn dan weer het moment om je ervaringen te delen en te sparren met alle anderen en je verder te laten inspireren.

 

Docenten:

Remko van Broekhoven (Breda, 1967). Studeerde journalistiek en politicologie. Gaf les aan de Hogeschool Utrecht, de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht, en doet dit nog steeds bij het HOVO en The School of Life. Is sinds 2006 werkzaam als filosoof. Publiceerde drie publieks-filosofische boeken: Staat van Tederheid in 2007; Verbeter de wereld, begin om halfelf in 2011; en De wereld omgekeerd in 2020. Promoveerde in 2016 op een politiek-filosofische dissertatie over de rol van de journalistiek in de democratie. Verzorgt filosofische counseling 1-op-1 of in kleine groepen, en workshops voor bedrijven en organisaties over ethiek, zelfontwikkeling en maatschappijverbetering.

 

Michiel Theunissen (Nijmegen, 1966). Studeerde psychologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Was van 1997 tot 2006 senior trainer en -coach bij Boertien & Partners waar hij organisaties en individuen begeleide in professionele en persoonlijke verandering en transitie. Is sinds 2006 zelfstandig psycholoog en procesbegeleider. Coacht, traint en begeleidt (management-) teams, leidinggevenden en individuen in communicatie, samenwerken, leidinggeven en persoonlijke groei.

 

Locatie, data en prijs: Conferentiecentrum De Poort Groesbeek; 14 oktober, 4 en 23 november 2021; € 1295,– (inclusief lunch, koffie en thee).

 

Meer informatie en aanmelden: info@michieltheunissen.nl of contact@remkovanbroekhoven.nl

Na heel veel tunnel aan het eind van het licht, gloort er licht aan het eind van de tunnel. Stukje voor stukje kunnen we er weer op uit en elkaar ontmoeten, écht ontmoeten. Als filosoof wil ik daaraan een bijdrage leveren met een Herfstschool Goed Leven. Vijf dagen in september en oktober waarin we zonder schermpjes tussen ons in gaan praten over onszelf en een wereld waarin crisis het nieuwe (of oude?) normaal is. We beantwoorden vragen als ‘Wie zijn we?’; ‘Waarom zijn we er?’; ‘Wat willen we?’; ‘Wat houdt ons tegen?’ en ‘Wat gaan we doen?’. Daarbij laten we ons inspireren door grote – beroemde maar ook onderbelichte – denkers; en door veranderings- en berustingskunstenaars zoals de stoïcijnen, boeddhisten en taoïsten. Plaats van handeling is conferentiecentrum Samaya: een voormalig klooster in de weilanden tussen Betuwe en Utrechtse Heuvelrug. De tijdstippen: de maandagochtenden 6 en 13 september; woensdag 29 september de hele dag; en de maandagochtenden 4 en 11 oktober. De kosten: €500,-. Je kunt je bij mij opgeven tot en met vrijdag 4 juni. Zie ook de agenda van Samaya: hier.

 

Het wordt tijd om het Binnenhof te bestormen, de Tweede Kamer in de fik te steken en Rutte naar buiten te slepen. Dan nemen we de macht over en wordt alles beter. We maken het kapitalisme kapot, voeren een beter systeem in en redden de planeet..

 

Heb ik nu je aandacht?

Zo, heb ik nu je aandacht? Ik vraag het omdat ik eigenlijk een heel ander voorstel had. Ik wilde voorstellen om vandaag nog een groene revolutie te beginnen. Een diepgaande en radicale verandering van ons leven die even duurzaam als democratisch is. De economie van het genoeg, die niet wordt uitbesteed aan overheden en bedrijven, maar neerkomt op drastisch minder consumeren door onszelf: de burgers van het Westen. En dan vooral degenen van ons die het meest te besteden hebben en tegelijkertijd het meest nemen van de natuur. Met als gevolg dat onze kinderen en kleinkinderen straks niet langer fatsoenlijk kunnen leven. Om maar te zwijgen van het niet-menselijke deel van de natuur: de dieren en de planten.

 

Idiote en explosieve bevolkingsgroei

Het zou betekenen dat we eindelijk voorbij het kapitalisme gaan. Dat we ook eindelijk niet langer zeggen te deugen, maar dit laten zien met ons doen en laten. Door meer of zelfs puur plantaardig te gaan eten. Door de auto en het vliegtuig in de regel te laten staan. Door eindelijk een eind te maken aan de idiote en explosieve bevolkingsgroei. En door olie en gas in de aarde te laten zitten in plaats van de Noordpool te ontdooien zodat we ook daar grondstoffen aan de aarde kunnen onttrekken.

 

Doormodderen en wegkijken

Ik denk dat dit veel beter is dan doormodderen en wegkijken zoals we dat nu doen. Dat leidt namelijk niet alleen tot een gebrek aan actie, maar ook tot frustratie en woede onder diegenen die straks de enorme kosten moeten gaan betalen van een voortwoekerende klimaatcrisis. Ik denk ook dat het beter is dan te wachten totdat techneuten of wijze mannen en vrouwen het voor ons gaan oplossen. En het is zeker beter dan een eco-dictatuur of eco-terreur van groepjes die mensen dood en spullen stuk gaan maken in dienst van het goede doel.

 

Revoluties zijn nodig om explosies te voorkomen

Dus stelde ik afgelopen week een grote landelijke krant voor om zo’n pleidooi te schrijven. De kern: revoluties zijn nodig om explosies te voorkomen. De paradox is deze… Willen we behouden wat we hebben en het delen met meer mensen, dan zullen we misschien niet alles, maar wel heel veel moeten veranderen. Niet morgen, niet overmorgen, maar vandaag. Niet alleen door de economie en de politiek te veranderen, maar door als burgers te kiezen voor genoeg tussen te veel en te weinig. Ik zou de grote lijnen aangeven van deze revolutie. De precieze maatregelen lees je dan wel terug bij politieke partijen of actiegroepen.

 

De ruiten van de lokale McDonald’s

De reactie van de redactie: niet prikkelend genoeg, te groots, te weinig concreet. Mijn conclusie: ik had beter gedreigd met aanslagen en gepleit voor geweld. Dan had ik wellicht de krant gehaald. Dat is spannend, dat is sensationeel. Maar ik heb al te veel geweld in mijn leven gezien, ik heb te vaak moeten meemaken hoe ik met honderdduizenden anderen demonstreerde en de journalisten pas interesse toonden als enkele honderden van ons de ruiten van de lokale McDonald’s ingooiden. OK, ik heb dus niet jullie aandacht. Tien, twintig, dertig jaar van mijn leven waarin ik heb geprobeerd om deze boodschap te brengen, komen nu ten einde.

 

De revolutie begint hier

Dus heb ik gisteren met mijn dochter maar een bordje gemaakt: ‘Help de bij’. Een oproep om niet te veel gras en bloemen weg te maaien, zodat dit insect dat ook zo belangrijk is voor ons, de ruimte krijgt. Ik heb het in de berm langs de weg geplaatst. Want ik weet dat die oude oosterse wijsheid nog altijd waar is: ‘Iedere reis van duizend kilometer begint met één stap.’ De revolutie begint hier. En misschien blijft ze daar ook wel.