Sinds het Romeinse Rijk ten onder ging, was vaak de vraag wat precies zijn ondergang teweeg had gebracht. De kracht van de barbaren die zich verzamelden aan zijn grenzen en deze uiteindelijk overschreden om Rome te plunderen? Of de zwakte van een rijk dat een te groot grondgebied trachtte te beheersen en teveel rijkdom oppotte in de handen van te weinigen? Natuurlijk was het allebei. Macht is altijd relatief. Het was zowel de decadentie binnen de muren als de agressiviteit van hen daarbuiten die uitmondde in de onmacht en tenslotte ondergang van het imperium.
We leven opnieuw in een decadente samenleving
Vandaag de dag leven we opnieuw in een decadente samenleving. En ook dit wereldrijk koerst in volle vaart af op zijn ondergang. Het is zonneklaar voor ieder die het zien wil. Maar helaas zijn dit er maar weinig en koesteren vooral de meest bevoorrechten onder ons hun eigen onwetendheid of onwil om in actie te komen. Ondertussen zijn we het punt tot op een haar na genaderd waar het klimaat onherstelbaar uit het lood is geslagen. De oververhitting van de aarde leidt tot natuurrampen als orkanen en overstromingen, tot schaarste aan landbouwgrond en drinkwater, en uiteindelijk tot een tekort aan voedsel voor een explosief groeiende wereldbevolking. Poetins oorlog in de Oekraïne heeft dit gevaar nog eens verder verscherpt. Het is het leven van miljarden mensen en dieren dat op het spel staat.
Je zou zeggen dat in zo’n noodsituatie iedereen zich verenigt om deze af te wenden. Het tegendeel is het geval. Poetin geeft prioriteit aan zijn agressie die niet alleen Russische en Oekraïense levens verwoest, maar ook die van de armste wereldbewoners, gezien de gestegen prijzen van voedsel. Hij verspilt schaarse olie, gas en roebels aan een festival van zinloze vernietiging. En hij doet niets aan de werkelijke bedreiging van deze tijd, ook voor zijn eigen volk: de klimaatcrisis.
The enemy you love to hate
Maar laten we ons niet blindstaren op onze enemy you love to hate in het Kremlin. Leiders overal ter wereld weigeren de overconsumptie aan te pakken die de planeet vernietigt. Daarmee zouden ze niet alleen de belangen raken van degenen die het beste af zijn, maar ook een impopulaire boodschap presenteren aan alle kiezers… Dat we niet altijd maar economische groei kunnen ervaren; de hele wereld niet kunnen blijven overvliegen; en niet alles kunnen eten en drinken wat we lekker vinden. Niet als dit ten koste gaat van dieren en andere mensen.
En daar zijn we beland bij het echte probleem van ons decadente wereldrijk: wijzelf. Heel even begrepen we met dank aan een virus uit het verre Oosten dat we niet konden doorgaan met business as usual. Bovendien – en dat was het goede nieuws – bleek het wél mogelijk om ingrijpend te veranderen om onszelf en anderen te beschermen. Het vlieg- en autoverkeer nam drastisch af. Op het altaar van Afgod Consumptie werd even wat minder geofferd. Luchten trokken open en zowel mens als dier haalde opgelucht adem (wanneer we althans niet zelf door het virus getroffen werden).
Maar binnen de kortste keren gebeurde wat zo vaak gebeurt in oorlogen, epidemieën en andere crises: mensen gingen elkaar te lijf rond wat in wezen bijzaken zijn, in het licht van deze crises. Huidskleur. Sekse. Seksuele voorkeur. Partijpolitiek. De juiste of juist verkeerde woorden. In zelfvoldaanheid of opperste razernij verketteren ze elkaar op (a)sociale media, al uithalend op iPhone of toetsenbord. Ondertussen gaat de enkele reis richting afgrond door.
Een kannibaal die met mes en vork eet
Kunnen we ons vastklampen aan goed-nieuws-boodschappers die ons vertellen dat de geschiedenis in gestage lijn omhooggaat en dat de meeste mensen – lees: wijzelf – deugen? Ik waag het te betwijfelen. Technologische vooruitgang gaat doorgaans prima samen met morele stilstand of zelfs -achteruitgang. En nee, het is geen beschaving als een kannibaal met mes en vork eet. Ook niet als zijn bordje overvol is.
Ik vraag me wel eens af of de profeet-van-de-valse-hoop de voorbije twee jaar nog wel eens op een snelweg gereden heeft, zo’n weg waar de maximale snelheid op 100 kilometer is gesteld. Om hele goede redenen: beperken van CO2- en stikstofuitstoot; verminderen van geluidsoverlast; vergroten van de veiligheid van weggebruikers. Hoeveel meer motivatie heb je nodig, voor het welzijn van anderen en van jezelf? Kijk om je heen, en je ziet dat de meeste mensen harder dan honderd rijden. Dat laten ze slechts wanneer ze een bekeuring willen vermijden. Alleen: onze overheid gelooft niet in haar eigen beleid. Of ze heeft de benodigde middelen niet. Dus wordt er niet tot nauwelijks gehandhaafd.
Wat voor moreel gedrag hebben mensen in huis wanneer de nood echt aan de man is? Zouden ze dan ineens boven zichzelf uitstijgen? In staat tot opoffering of zelfs maar inspanning? Wie weet. Ik acht de kans klein, als ze nu al moeite hebben hun voet een tikje van het gaspedaal te halen, zonder ook maar iets wezenlijks te hoeven inleveren. Het is mooi om te geloven dat er goedheid in mensen schuilt, maar zolang we allemaal Airmiles blijven verzamelen en ons culinaire genot belangrijker blijkt dan het leven van dieren en mensen, beoordeel ik mensen op wat ze doen en niet op hun mooie verhalen of vermeende intenties.
Tijd voor een dictator?
Misschien moeten we een vergeten gewoonte uit het Oude Rome afstoffen. Daar stelde men in tijden van nood voor zes maanden een dictator aan. Die mocht dan de problemen oplossen waar tot die tijd niemand zijn vingers aan had durven branden. Ik geloof al een tijdje in de democratie, maar ik dreig van mijn geloof te vallen. Als leiders én burgers oog in oog met een orkaan op hun handen blijven zitten, is deze democratie niet langer wat we nodig hebben.
Probleem is dat de autocraten en dictators van deze wereld zo mogelijk nog decadenter en machtelozer zijn. Het zijn juist Poetin en Xi Jinping, Erdogan, Assad en Kim Jong-un die zich verliezen in de omhelzing van hun eigen macht terwijl de wereld in brand staat. Dus in plaats van de democratie bij het grof vuil te plaatsen, kunnen we haar beter nieuw leven inblazen. Haar doortastend en daadkrachtig maken. En ophouden elkaar naar de mond te praten en verder te gaan zoals we deden, in die door en door decadente cultuur. We hebben alles, en we gaan ermee om alsof het niets is. Dat leidt ertoe dat we het verliezen. Tenzij we eindelijk bereid blijken los te laten wat niet wezenlijk is en we gaan koesteren wat ertoe doet.