Waarom wappies niet altijd wappies zijn

Je kent de situatie wel. Na maanden of jaren ontmoet je een oude vriend om een hapje te eten of een drankje te doen. Er zijn nog geen vijf minuten voorbij, of hij begint een betoog dat zeker een half uur zal duren. Over corona, die geen natuurlijke plaag is maar een complot om big pharma vaccins te laten verkopen. Over de oorlog in de Oekraïne, die door Het Westen is uitgelokt om ons allen aan de windmolens te krijgen. Of over de klimaathysterie die je door De Mainstream Media wordt aangepraat, terwijl onafhankelijk onderzoek uitwijst dat het met de wereldtemperatuur de goede kant op gaat.

 

Je komt er niet tussen, jou wordt niets gevraagd, de monoloog duurt voort, en als het tijd is om de rekening te betalen, ben jij degene die mag afrekenen. Je blijft achter met de indruk dat veel willen vertellen en niet kunnen luisteren een constante is bij complotdenkers. En dat terwijl wat ze te vertellen hebben, wel het laatste is wat je zou willen horen… Zo vol naargeestigheid en vermeende kwaadaardigheid als het in de regel is. Toch zijn hun theorieën niet per definitie onjuist, en is het verwijt van ‘wappie’ complotdenken niet altijd terecht.

 

Weg uit De Grot

Laten we beginnen met De Grot. Deze metafoor die Plato bijna 2400 jaar geleden bedacht, verbeeldt hoe enkelingen tot fundamenteel andere inzichten kunnen komen dan de velen die hen omringen. En hoe ongemakkelijk het zowel voor deze eenlingen als voor hun medemensen wordt wanneer degenen die ‘het licht hebben gezien’ dit inzicht met de anderen willen delen. Stel je een grot voor waarin een rij mensen naast elkaar zit, zodanig geketend dat ze alleen maar de rotswand vóór hen kunnen zien. Daarop worden schimmen geprojecteerd, veroorzaakt door een poppenspel en het licht dat daarop valt vanuit een vuur, achter de gevangenen. Zij zien noch elkaar, noch deze bron van licht. Dan, stelt Plato, wordt één van hen bevrijd. Hij ontdekt het vuur en weet nu als enige dat de werkelijkheid niet (alleen) die van de schimmen is, zoals de anderen nog steeds geloven. Sterker nog, hij vindt een weg uit de grot. Daar ziet hij pas echt ‘het licht’, namelijk de zon. Niet meer dan logisch dat hij aanvankelijk verblind is. Perplex oog in oog met deze nieuwe en volledig onverwachte, nauwelijks te bevatten realiteit.

 

Plato verwacht geen antwoord

Stel nu dat hij vervolgens terugkeert naar de grot. Daarover schrijft Plato: “Door de plotselinge overgang vanuit het zonlicht naar het donker zou hij daar natuurlijk eerst geen hand voor ogen zien. Als hij zich dus in het beoordelen van die karikaturale beelden meteen weer moest meten met die mensen die daar nog altijd in die gevangenis zitten, op een moment dat zijn ogen zich nog niet op het duister hebben ingesteld – en dat zou wel enige tijd duren voor hij daaraan gewend is –, zou hij dan niet een belachelijke indruk maken en zou men niet van hem zeggen dat hij met die tocht naar boven zijn ogen had bedorven, en dat het niet de moeite waard was zelfs maar een poging te ondernemen om boven te komen?”  Plato verwacht geen antwoord. Dit is een retorische vraag, en het enig juiste antwoord is: ja. Het eeuwige lot voor mensen die hebben ontdekt hoe het écht zit en die dit willen delen met wie het nog níet weet, is onbegrip en afwijzing. Het is op zijn best een glazige blik en op zijn slechtst agressie. Of je diskwalificatie, als ‘wappie’.

 

Liever blijven ze gevangen

Wie heeft er gelijk? In de optiek van Plato is het overduidelijk de eenling die een wereld heeft gezien waarvan de rest geen weet heeft. Een die hij ze slechts zou kunnen tonen wanneer hij ook hen van hun ketenen zou ontdoen. Waartoe zij helaas maar hoogstzelden bereid blijken. Liever blijven ze gevangen in hun gezapig voortkabbelende, maar al te beperkte bestaan. Dat dus doelbewust door hogere machten is gecreëerd: Plato zegt het niet expliciet, maar impliceert het wel. Want het is onwaarschijnlijk dat de gevangenen zichzelf hebben geketend. En iemand bedient het poppenspel waarnaar zij onafgebroken kijken. Of, zoals het wordt gesteld in The Matrix, de virtuele variant op De Grot die in 1999 verscheen… “De Matrix is overal. Ze omringt ons altijd. Het is de wereld die je wordt voorgespiegeld om je blind te maken voor de waarheid.”

 

In dienst van de Deep State

Zoals dat vaker gaat bij metaforen en soundbites, is de werkelijkheid genuanceerder dan zij suggereren. Soms zijn degenen die een samenzwering vermoeden, zelf de gevangenen van onwetendheid of kwaadaardigheid. Denk aan Alex Jones, die ruim tien jaar lang beweerde dat de schietpartij op een basisschool in Sandy Hook in 2012 ‘fake nieuws’ was, en die daarvoor uiteindelijk vorig jaar veroordeeld werd tot het betalen van een miljard dollar schadevergoeding aan nabestaanden van de 26 slachtoffers. Tijdens het voorafgaande proces legde de moeder van de zesjarige Jess, Scarlett Lewis, een huiveringwekkende getuigenis af. Daarbij confronteerde ze Jones met zijn beweringen. Het zijn hallucinante beelden, waarbij Lewis zich genoodzaakt voelt te bewijzen dat zij evenzeer leeft als dat haar zoon gestorven is; dat ze geen acteur is; en dat ze niet in dienst is van de Deep State. Jones schudt zijn hoofd, waarop zij vertwijfeld stelt: “Ik weet dat je me gelooft. En toch zul je dit gerechtsgebouw straks verlaten en het opnieuw zeggen in je show.”

 

Het Militair Industrieel Complex

Maar soms hebben ‘complotdenkers’ het wel degelijk bij het juiste eind, als is het maar gedeeltelijk. En dan zegt het verwijt van complotdenken meer over de intellectuele luiheid of de zelfvoldaanheid van degene die het verwijt plaatst dan over degene die het ontvangt. Zo wees de Amerikaanse intellectueel Noam Chomsky decennia lang op de doelbewuste activiteit van het ‘Militair Industrieel Complex’: degenen die een belang hebben bij oorlog en terreur omdat ze eraan verdienen en die de democratie doorkruisen om dat te blijven doen, zonder ooit openlijk te zijn over hun intenties en activiteiten. De man die als eerste wees op dit Militair Industrieel Complex was nota bene een generaal en president: Dwight Eisenhower, bij zijn aftreden in 1961. Als Chomsky weer eens verweten werd dat hij een complotdenker was, mocht hij graag antwoorden dat hij niet in samenzweringen geloofde, maar simpelweg het soort ‘institutionele analyse’ maakte dat zijn tegenstanders liever achterwege lieten.

 

Een eenzame dader

Een vergelijkbare analyse komt van Robert F. Kennedy, die zich twee weken terug kandideerde voor het presidentschap van de VS. Bobby Kennedy Jr. was advocaat in milieuzaken en tegen de farmaceutische industrie. Hij bekritiseerde in coronatijd ook vaccinaties en ander overheidsbeleid tegen het virus. Dus werd hij weggezet als ‘wappie’ en complotdenker. Ook deze werkelijkheid is veelkleuriger dan dat. Zijn vaststelling dat er zoiets bestaat als een Farmaceutisch Industrieel Complex, is niet vergezocht. Evenmin als de aanname dat nogal wat mensen binnen overheid en wetenschap hun oren laten hangen naar zo’n lobby. Kennedy heeft ook een persoonlijke reden om niet naïef te zijn over de goede bedoelingen van overheidsdienaren. In 1963 werd eerst zijn oom vermoord: John F. Kennedy, die als president Eisenhower had opgevolgd. Vervolgens werd zijn vader Bobby Kennedy in 1968 doodgeschoten. In beide gevallen oordeelde de overheid dat er sprake was van individuele schutters. In beide gevallen ook hadden de Kennedy’s vijanden gemaakt binnen de overheid én daarbuiten. En waren er aanwijzingen voor complotten voorbij het geloof in ‘een eenzame dader’.

 

Op zoek naar schuldigen

Terug naar de grot waarin we anno 2023 al of niet leven. Het lijkt niet meer dan logisch dat crises zoals die van corona of het klimaat leiden tot angst, onzekerheid en woede. Zulke emoties maken het op hun beurt aantrekkelijk om verantwoordelijken aan te wijzen, of liever nog: schuldigen. Voor sommigen – of velen, getuige de ruim 100.000 Nederlanders die in complotten geloven – zijn dit machtige samenzweerders, verantwoordelijk voor klimaathysterie, de coronacrisis of de oorlog in de Oekraïne. Voor anderen zijn juist de complotdenkers, wappies of anti-vaxxers degenen die onze veiligheid in gevaar brengen.

 

Neonazi’s in de Oekraïne

Ik denk dat beide partijen een punt hebben. Op degenen na die zoals Alex Jones welbewust onwaarheden de wereld in slingeren of die zoals Vladimir Poetin pathetische excuses voor hun eigen agressie presenteren, over neonazi’s aan het hoofd van de Oekraïne. De meesten van ons bevinden zich ergens in het midden, in dit kruisvuur van extreme en polariserende partijen die elkaar verketteren. Vaak schoot me de voorbije maanden een uitspraak van de stoïcijnse keizer Marcus Aurelius door het hoofd. ‘De woede tegen feiten heeft geen zin’. Het begint allemaal bij waarheidsvinding, en die waarheidsvinding begint weer bij jezelf. Ben je bereid feiten te aanvaarden, ook als je ze liever niet geloven zou? Een vuistregel zou kunnen zijn: juist als je iets graag gelooft, beschouw het dan des te kritischer.

 

Geluk en pech, toeval en geklungel

Dus geloof niet in de opwarming van de aarde omdat je denkt dat door deze opwarming van de aarde eindelijk het kapitalisme aangepakt gaat worden waaraan je al zo lang een hekel hebt. Blijf ook niet hangen in ongeloof over de opwarming van de aarde, omdat je liever onbeperkt blijft vreten, zuipen, vliegen en autorijden. Wie streeft naar zelfkennis, durft zichzelf kritisch te bevragen. De volgende stap is kennis van de wereld. Daarin spelen soms verborgen belangen en kwaadaardige intenties een rol. Veel vaker is er sprake van oorzaak en gevolg; van geluk en pech; van toeval en geklungel. Samen richten die onvergelijkbaar veel meer schade aan – of kunnen we ze juist ook ten goede aanwenden – dan de samenzweringen van duistere  machten, of het blootleggen en aanpakken van ‘complotten’. Dit is de waarheid van de wereld waarmee we het hebben te doen. En zonder die waarheid is er geen wereld, geen samenleven, geen medemenselijkheid. In de woorden van Scarlett Lewis: “Waarheid is zó vitaal voor onze wereld. Waarheid is waarop we onze realiteit baseren. Daar zullen we het over eens moeten worden om een samenleving te hebben.”

 

Je vijand houdt je scherp

Die samenleving begint met twee vrienden. Of met twee mensen die vreemden zijn voor elkaar en alsmaar vervreemder raken. Luisteren ze naar elkaar en proberen ze samen vast te stellen wat waar is of wat niet? Of lezen ze elkaar de les en maken ze elkaar belachelijk? We zouden hen – onszelf – kunnen voorhouden wat Spinoza ooit zo raak schreef: “Men moet menselijke handelingen niet bespotten, niet betreuren, noch veroordelen, doch begrijpen.” Zo zouden we ook onze ‘vijand’ – de ‘wappie’, de ‘complotdenker’ of juist het ‘makke schaap’ – kunnen verwelkomen als iemand die ons scherp houdt. Die ons doet beseffen dat niemand de waarheid in pacht heeft. En dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken. Hoe graag we ze ook willen geloven.

 

 

 

 

 

 

 

 

2 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *