Wat we nu kunnen doen

We zijn vier weken verder sinds ons publieke leven on hold ging, steeds een stapje verder. Eerst de massale bijeenkomsten. Toen het beperktere samenzijn in scholen, cafés, restaurants, en bij kappers, masseurs of fysiotherapeuten. Daarna het samenscholingsverbod en de zachte dwang om anderhalve meter afstand te houden. Sommigen hebben gehamsterd. Anderen hebben geklapt en gejuicht. De een voelt zich verveeld, eenzaam of juist opgewekt in zijn semi-huisarrest. Een ander is doodziek geworden en gestorven.

 

You never walk alone

Sociale wetenschappers en politiek filosofen – ik behoor tot deze beide groepen van doorgaans als niet-vitaal beschouwde beroepen – gaan in dit soort tijden los op het mensbeeld dat je eruit afleiden kan. Zie ze nu eens pakken wc-papier, zeep en bloem in hun winkelwagentjes stouwen, kijk hoe ze ondanks alle goede raad massaal het park opzoeken, zie je nu wel… onder dat dunne laagje beschaving deugt de mens nu eenmaal niet! Maar kijk eens hoe dokters en verplegers zich een slag in de rondte werken om mensenlevens te redden, hoe mensen vrijwillig boodschappen doen voor hun zieke buren, en wat voor prachtige initiatieven er ontstaan op social media… Alle menschen werden Brüder, and You never walk alone!

Deze crisis aangrijpen om mensen ofwel inktzwart te schilderen ofwel leliewit te wassen, lijkt me even nutteloos als slordig. Met selectief shoppen uit het nieuws of je eigen waarneming weet je er altijd wel je punt mee te maken. Ook onderzoeken – uit bijvoorbeeld de gedragspsychologie – kunnen naar believen worden gebruikt om ‘aan te tonen’ dat mensen voor andere mensen wolven zijn, dan wel veel aaibaarder en aardiger diertjes. En middenin de coronacrisis staart de een zich dan blind op de hamsteraar of anderhalve-meterhork – of, om een heel ander voorbeeld te noemen, de aso die een heel leven gerookt, gevreten en gedronken heeft, om nu onze broodnodige ic-bedden bezet te houden. Terwijl zijn tegenstander blijft wijzen op de ‘helden in de zorg’ en o zo aardige ‘meeste mensen’ die allemaal onbaatzuchtig deugend afstand houden.

 

Het menselijke beestje

De realiteit is er een die veel gewone stervelingen beter onder ogen zien dan nogal wat afgestudeerden-met-een-ideologische-agenda: ‘goed’ en ‘kwaad’, sociaal en asociaal, schuilen allebei in het menselijke beestje, en een virus als dit maakt dat eens te meer duidelijk. Wat niet meer dan logisch is, want het zijn altijd de crises, epidemieën, oorlogen, dictaturen en hongersnoden die zowel het beste als het slechtste in mensen naar boven halen. En, dat wordt nog wel eens vergeten: ook de ontzagwekkende hoeveelheid gedragingen tussen dat beste en slechtste in. In de oorlog die inmiddels al bijna 75 jaar achter ons ligt, verraadden nogal wat Nederlanders hun buren, uit ideologisch fanatisme, afgunst of winstbejag. Anderen hielpen dezelfde buren onderduiken of redden zelfs mensen die hen totaal vreemd waren, belangeloos en met gevaar voor eigen leven. Weer anderen steunden de Duitsers uit idealisme of om erger te voorkomen, of sloten zich juist aan bij het verzet omdat ze ook wel eens iemand om wilden leggen of een ‘held’ hoopten te worden. De overgrote meerderheid zat de oorlog uit en ging zo goed en zo kwaad als het ging verder met zijn dagelijks leven, net zoals wij vandaag de ‘lockdown’ beleven.

Het is in deze voor de meesten van ons verderlichte variant op oorlog en bezetting, waar we eens te meer zien dat wat mensen zijn, blijkt uit wat ze doen, en dan wel vooral in een situatie ‘die ertoe doet’. Voor maar weinigen van ons volstaan daarbij eenduidige oordelen, laat staan gemakzuchtig veroordelen. De meeste mensen doen wat hen goed lijkt voor henzelf of voor anderen – en wel op de eerste plaats hun geliefden – en de ene keer pakt dat beter uit dan de andere keer. Deze filosoof zou nu opnieuw voorbeelden kunnen noemen van anderen, maar hij kan de blik ook op zichzelf richten, iets wat filosofen nogal eens liever niet doen: druk als ze zijn met De Mens, Het Leven en De Wereld. De voorbije vier weken ben ik veel thuisgebleven en heb ik me doorgaans op minimaal negentig centimeter van anderen gehouden; ik heb me als vrijwilliger aangemeld bij het ziekenhuis en een tientje gedoneerd aan het Rode Kruis. Ik heb mijn stukjes geschreven op deze site, ter troost en inspiratie. Maar ik heb die eerste zaterdag ook wat boodschappen extra en vooruit gekocht – is dat hamsteren? – en heb die middag met honderdduizenden andere Nederlanders het bos opgezocht. We zullen zien wat ik kan en wil opbrengen als deze situatie – of een nog verdere lockdown – het nieuwe normaal wordt.

 

Onze betere kanten

De uitdaging is daarbij wat mij betreft niet of we in wezen wel of niet deugen, maar wat we kunnen doen. En dat duidt zowel op het slechte of halfslachtige waar we toe in staat zijn, als op het goede, sociale en grootse dat in ons zit en er juist in een crisis als deze uitkomt. Laten we vooral het onszelf vergeven als dit niet allemaal naar wens is, van onszelf of van anderen. En laten we vervolgens onze gemakzucht, lafheid of egoïsme omhelzen met onze betere kanten. Intermezzo: terwijl ik dit tik, staat ineens een klasgenoot van mijn 10-jarige dochter voor de deur om een balletje te trappen en een taartje te eten. Dit soort ontmoetingen maken deze tijd mooi, ook zonder het fysieke contact dat we nu missen. Want ja: we houden anderhalve meter afstand, ook bij het taart eten of balletje trappen. 

Ik had het over onze betere kanten. Er zijn drie eigenschappen die ons door deze crisis kunnen loodsen: verantwoordelijkheidsgevoel, rechtvaardigheid en moed. Wie verantwoordelijkheid voelt, zet zich in voor de belangen van andere mensen of voor wat anders is dan de mens. Wie rechtvaardig is, neemt niet meer maar ook niet minder dan haar toekomt. Wie moed in huis heeft, loopt risico en wel bij voorkeur omdat zij verantwoordelijk en rechtvaardig wil zijn. Het is prachtig te zien hoe velen van ons op dit moment hun verantwoordelijkheid nemen omdat ze willen dat anderen overleven, ook al kost hen dit zelf inkomsten en bewegingsvrijheid. Dat is ook een daad van rechtvaardigheid. Eerder is al opgemerkt dat terwijl in de Tweede Wereldoorlog mensen hun leven zelf waagden om de levens en vrijheden van anderen te redden, nu alles wat we hoeven op te brengen, thuisblijven is. Tegelijkertijd kunnen we ons afvragen – ook dít is zowel verantwoordelijk als rechtvaardig – of dit het nieuwe normaal moet blijven.

 

Liefde bij leven en sterven

Ik heb al eerder geschreven dat er iets is wat nog belangrijker dan het leven zelf is: de liefde waarmee we leven. Of sterven. Ons hele ‘samenleven’ beperken tot virtueel contact en anderhalve meter afstand, is uiteindelijk geen liefdevol leven meer. Zeker niet wanneer het gepaard gaat met virus-controlerende apps die onze mobiele telefoontjes veranderen in een soort elektronische enkelband. Laten we dus vooral de moed opbrengen om kritisch te blijven tegenover degenen die het beste met ons voorhebben. Laten we onze democratie en vrijheden verdedigen nu deze onvermijdelijk onder druk komen te staan, bang als we ook zelf zijn voor de dood, het verlies en de pijn. En laten we werken aan een samenleving die dit lijden nooit helemaal kan vermijden, maar waarin degenen die het dragen kunnen, niettemin de meest kwetsbaren beschermen. Hoe deze nabije toekomst eruit gaat zien, dat adviseren degenen die de wegen van het virus het beste kennen. Maar erover besluiten: dat doen wij als burgers en leiders uiteindelijk zélf, en gezamenlijk. Anders dooft het licht.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *