Kijk voorbij de zwarte spiegel – Corona en de wereld die we willen
Sinds ons leven door corona op zijn kop is gezet, moet ik steeds vaker denken aan Black Mirror. Deze Britse tv-serie – zo stelt Netflix, waar ze te zien is – ‘beschrijft een zieke nabije toekomst vol technologie’. Niet dat een ziekteverwekker als corona er een rol in speelt, the closest thing to it in de serie is een computervirus. Maar wat Black Mirror op huiveringwekkende wijze laat zien, is een wereld waarin onze relatie met digitale technologie ons vervreemdt van onszelf en van elkaar, om van de natuur nog maar te zwijgen. Een wereld die dichter- en dichterbij lijkt te komen nu diezelfde technologie wordt aangeprezen als het wondermiddel van een langdurige lockdown.
Smetvrees als het nieuwe normaal
Wat als de anderhalve-meter-maatregelen langer dan deze eerste anderhalve maand gaan duren, en een vaccin er ook na een jaar nog niet is, of het zelfs helemaal op zich laat wachten? Ik zie kinderen met vierkante oogjes van het computer kijken, ouders die met het ene oog de schermpjes van hun kind in de gaten houden, terwijl ze met het andere oog hun eigen scherm bekijken. Ik zie de glinsterende ogen van Mark Zuckerberg, en anders toch zeker van de mensen achter Zoom, of die van Netflix, waar we nu hele weekenden series als Black Mirror kunnen kijken. Ik zie miljoenen mensen van elkaar afgezonderd en opgehokt zitten, gekluisterd aan hun schermen of voor mijn part eindeloos ganzenbord spelend, maar niet meer gewend aan fysiek contact buiten de familiekring.
Wanneer we nog wel buiten komen, zie ik schichtige bewegingen om elkaar niet te dicht te naderen, en verwijtende blikken wanneer dit onverhoopt wel gebeurt. Ik zie drones, kliklijnen en mensen die elkaar luidruchtig of juist geniepig de maat nemen. Ik zie apps die al onze gangen nagaan en in eerste instantie misschien vrijwillig worden gebruikt, maar die bij aanhoudende of stijgende sterftecijfers zullen worden verplicht. Ik zie een diepgewortelde angst voor lichamelijk contact of zelfs maar fysieke nabijheid. De smetvrees als het nieuwe normaal. Wat gaat dit uiteindelijk betekenen voor het stoeien en knuffelen van vrienden, familieleden en vriendinnen, wat zijn de consequenties voor seksuele relaties: de basis van en voorwaarde voor veel intimiteit en genot, verbinding en voortplanting? Wellicht is ergens een hedendaagse Dr. Strangelove al een app aan het bedenken die zwangerschap zonder seks mogelijk maakt inclusief de opvoeding van het kind door twee partners die te allen tijde anderhalve meter afstand van elkaar kunnen houden. Waarmee we meteen verlost zijn van de lichamelijkheid die al bijna 2500 jaar wordt verfoeid door uiteenlopende filosofen als Plato, de heilige Augustinus of Arthur Schopenhauer.
Moeder natuur mept om zich heen
Maar ik zie nog veel meer. Ik zie massawerkloosheid en incredibly shrinking inkomens: met zoveel mensen die hun primair fysieke en publieke werk niet meer kunnen doen, en zo weinig mensen die nog nodig zijn in een voornamelijk virtueel opererende economie. Het is dat ik niet zo van de complotten ben: anders zou ik geloven dat dit hele corona een uitvinding is van Jeff ‘Amazon’ Bezos in gebroederlijke maar heimelijke samenwerking met Eric ‘Zoom’ Yuan, om hun eigen winstambities door te zetten met zoveel mogelijk klanten en zo min mogelijk lastige en kostbare werknemers.
Over grote gebaren gesproken. Sommigen hebben gesuggereerd dat moeder natuur op dit moment een rekening met ons aan het vereffenen is. Bijna drie jaar geleden maakte de filosoof Bruno Latour een vergelijking met Gaia, de oermoeder van de natuur uit de Griekse mythologie: “De planeet aarde als object is niet langer houdbaar, want ze is niet onverschillig, ze slaat terug.” Het lijkt mij een typisch menselijke fout om de natuur als een soort supermens neer te zetten die gedachten, gevoelens, bedoelingen en zoiets als een behoefte aan wraak zou hebben. Maar Latour en anderen hebben in die zin gelijk dat we de natuur om ons heen niet eindeloos naar onze hand kunnen zetten, zeker niet als dat gepaard gaat met zoveel verspilling en vernietiging.
Des te triester dat juist de coronacrisis op dit moment onze aandacht afleidt van een uiteindelijk veel groter probleem – ook voor ons mensen – de klimaatcrisis. Smakken vol geld worden naar corona geworpen, en dat allemaal omdat wij mensjes (zoals mijn dochter van tien ons graag aanduidt) zo nodig allemaal willen voortbestaan, en het liefst zo lang mogelijk. Daarmee geven we eens te meer blijk van een dwang tot domineren en controleren terwijl we wellicht beter zouden kunnen accepteren: dat we de (rest van de) natuur nodig hebben, dat ook virussen erbij horen en op een – pijnlijke en dodelijke, dat is waar – manier ‘opschonen’, en dat er eens een eind aan komt. Beter dus dan dwangmatig te streven naar massaal overleven en maximaal risico’s beperken, zouden we een andere droom kunnen realiseren die in mijn ogen geen nachtmerrie hoeft te zijn. Integendeel.
Reality Or Nothing
In de lente van 1994, terwijl een tumor vanuit zijn alvleesklier is uitgezaaid naar zijn lever, werkt de Britse regisseur Dennis Potter in een race tegen de klok aan zijn laatste tv-serie: Cold Lazarus. Net voor zijn dood rondt hij het af. Cold Lazarus speelt zich af in de 24e eeuw, maar ook deze dystopie doet denken aan de huidige tijd. Amerikaanse multinationals domineren de wereld, steeds meer menselijke contacten zijn virtueel, en commercieel entertainment verhult een achterliggende wereld met heel veel onrecht en ongelijkheid. Een klein groepje verzetsstrijders biedt weerstand, onder de naam RON (Reality Or Nothing). Ze doen dat met terroristische aanslagen, en de overheid slaat keihard terug.
Geweld lijkt niet de aangewezen weg voor welk verzet dan ook in landen die zoals Nederland nog altijd democratisch zijn. Maar wat ik altijd van RON onthouden heb, is de leus: ‘Realiteit Of Niets’. In de filosofie is net zozeer als in de poëzie of het politieke idealisme ‘realiteit’ niet alleen feitelijkheid. Het is ook de werkelijkheid die je wenst, en waarvan je denkt dat ze mogelijk is. In mijn boek ‘De wereld omgekeerd’ omschrijf ik deze gewilde werkelijkheid als het antwoord op ‘de omgekeerde wereld’: de wereld die je niet rationeel en emotioneel aanvaarden wil, en die je een draai wilt geven richting een andere realiteit. Reality or nothing. Hoe zou zo’n wereld omgekeerd eruitzien, in dit tijdperk van corona? Laten we om deze toekomst te verwerven, haar beginnen te verbeelden.
De nachtmerrie en de droom
Op de korte termijn lijkt een lockdown logisch. Maar om hem ‘intelligent’ en aanvaardbaar te houden, of achter ons te laten, hebben we eerst een nachtmerrie nodig, en dan een droom. De nachtmerrie die ons tot nu toe drijft, is de dood die het virus brengt. De nachtmerrie die ik hierboven heb trachten te schetsen, is de doodsheid die we in ons leven brengen als we ons blijvend laten leiden door onze angst voor deze dood. Nu is het tijd voor de droom. Ik zie een wereld waarin we het fysieke contact blijven opzoeken, ofwel omdat we de middelen hebben om het virus te weerstaan en de resulterende ziekte te genezen; ofwel omdat we accepteren dat we eraan kunnen sterven of er in elk geval ziek van kunnen worden, net zoals dit kan gebeuren met malaria, hiv of kanker. We proberen dus niet koste wat kost het sterven te vermijden en offeren daaraan de diep menselijke behoefte op aan nabijheid en aanraking, maar accepteren risico’s als deel van ons leven. Ik zie een dergelijke open up sowieso ontstaan: wanneer onze overheden haar niet – enigszins – gecontroleerd mogelijk maken, zullen vooral jongeren haar vroeg of laat ongecontroleerd en ongeremd pakken.
De aarde minder plat maken
Ik zie voorbij de aanvaarding van dit virus ook de alternatieven die we kunnen realiseren als we eerst tot ons door laten dringen hoe het zo om zich heen heeft kunnen grijpen. Een van de oorzaken dat deze epidemie een pandemie werd, is de wijze waarop mensen en dieren over de aarde worden gesleept. De ‘platte wereld’ waarin het probleem van de een binnen no time het probleem van een ander wordt, aan de andere kant van de aarde. Reden te meer om de aarde weer wat minder ‘plat’ te maken: tot een global village waarin we wereldwijd contact houden via bijvoorbeeld internet en satelliettelevisie, maar we veel minder de wereld overvliegen en onze voeding primair uit de eigen regio halen. Mondiaal verbonden, lokaal geaard. Het is ook de economie van het genoeg, die de grenzen van het klimaat en overige natuurwetten respecteert. In die zin zouden we de coronacrisis kunnen opvatten als een tragische maar ook welkome generale repetitie voor een nog veel dreigender probleem: de oververhitting van de aarde. Het goede nieuws uit de voorbije maanden: blijkbaar zijn drastische maatregelen wel degelijk mogelijk, en kunnen politici er met enige overtuigingskracht zeker democratisch draagvlak voor vinden. Waarmee ook de democratie zelf een impuls zou krijgen: van kijksport die door leiders wordt bedreven en door burgers wordt ‘gerecenseerd’ (of genegeerd), naar contactsport waarbij we zélf onze verantwoordelijkheid pakken en mee gaan werken.
Beter worden
Ja, we kunnen beter worden. Ook als we soms besmet raken en het niet overleven. Na zo lang van zoveel rijkdom en vrijheid te hebben kunnen genieten, van alles te hebben en er vaak mee om te gaan alsof het niets is; moeten we het nu met wat ‘minder’ doen en kunnen we daar meer moois en waardevols bij ervaren. In die zin zijn onze huidige schonere luchten in tijden van weinig vliegverkeer en de dieren die weer verschijnen waar mensen binnen blijven, hopelijk een aankondiging van het vele dat evenzeer en verder nog mogelijk is. Daar zou je dan ‘het virus’ en ‘de natuur’ weer bijna dankbaar voor zijn. Maar uiteindelijk moeten we het zelf doen, met dat kleine beetje dat we in onze macht hebben, oog in oog met zoveel dat onze vermogens overstijgt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!